stad kortrijk · 2018. 2. 6. · leiedal, april 2014 stad kortrijk, rup ‘bellegem centrum’ 9...

Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bellegem Centrum’ Stad Kortrijk

april 2014, voorlopige vaststelling RUP door gemeenteraad

Stad Kortrijk, RUP ‘Bellegem Centrum’ Leiedal, april 20142

Colofon

Dit document is een publicatie van: Intercommunale LeiedalPresident Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijktel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 [email protected]

Ontwerper - ruimtelijk planner: Koen Van den Troost

Opdrachtgever:Stad Kortrijk

De Burgemeester:Vincent Van Quickenborne

De Schepen van Ruimtelijke Ordening:Wout Maddens

De stadssecretaris:Geert Hillaert

De gemeenteraadsvoorzitter:Piet Lombaerts

Formele procedure

Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) eerste voorontwerp: 2 oktober 2013

Plenaire vergadering eerste voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 14 oktober 2013

Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) tweede voorontwerp: 19 februari 2014

Plenaire vergadering tweede voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 24 februari 2014

Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 7 april 2014

Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan:

Defi nitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van:

Defi nitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan:

3Stad Kortrijk, RUP ‘Bellegem Centrum’Leiedal, april 2014


I n h o u d s o p g a v e

1. Inleiding 71.1. Ligging 71.2. Onderwerp van het RUP 71.3. Afbakening van het RUP 7

2. Feitelijke toestand 92.1. Centrum bebouwing as Rollegemsestraat-Belllegemplaats-Bellegemsestraat en historische linten 92.2. Woonwijken 92.3. Bedrijvigheid 92.4. Gemeenschapsfuncties 92.5. Vacante zones 102.6. Fotoreportage 12

3. Juridische toestand 18

4. Planningscontext 284.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 284.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen 284.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortrijk 29

5. Visievorming 315.1. Globale ruimtelijke opties 315.2. Ontwerpend onderzoek woonzorgcentrum 485.3. Herorganisatie van brouwerij Bockor 63

6. Technische screening 646.1. Screening plan-MER 646.2. Watertoets 686.3. Beoordeling nabijheid Seveso-bedrijven 706.4. Buurtwegentoets 70

7. Ruimtebalans 72

8. Planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikerscompensatie 72

9. Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften 74

10. Verordenend grafi sch plan 74

11. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften 76

12. Onteigeningsplan 8912.1. Inleiding 8912.2. Het algemeen nut en noodzaak 8912.3. De hoogdringendheid 97


F i g u r e n i n d e x

Situering - topografi sche kaart 6

Feitelijke toestand - gebouwen- en functiekaart 8

Bestaande toestand 9

Feitelijke toestand - orthofoto 10

Feitelijke toestand - reliëf 11

Centrum as en historische linten 12

Woonwijken 13

Bedrijvigheid en gemeenschap 14

Vacante zones 1 en 2 15

Vacante zone 3 16

Juridische toestand - gewestplan 19

Juridische toestand - BPA’s en RUP’s 20

Juridische toestand - BPA BEL005a Centrum Zuid (juni 1976) 21

Juridische toestand - BPA BEL003c Nieuwstraat (februari 1984) 22

Juridische toestand - BPA BEL003d Nieuwstraat (april 2000) 23

Juridische toestand - BPA BEL002b Zwingelweg (juni 1989) 24

Juridische toestand - BPA collage 25

Juridische toestand - verkavelingen 26

Inventaris bouwkundig erfgoed 27

GRS Kortrijk - gewenste ruimtelijke structuur Bellegem 29

Globale ruimtelijke opties RUP Bellegem Centrum 30

Ligging Bellegem t.o.v. andere kernen van het buitengebied 35

Mogelijke locaties in Bellegem 37

Concepten plangebied RUP 46

Concepten binnengebied met woonzorgcentrum 48

Woonproject achtertuinen Bellegemsestraat 51

Noordplein 52

Woonzorgplein 54

Woonerf 56

Ontwerpvoorstel woonzorgcentrum Bellegem 58

Globale ruimtelijke opties herorganisatie Bockor 62

Kaarten plan-MER screening (deel 1) 65

Kaarten plan-MER screening (deel 2) 66

Watertoetskaart 69

Atlas der buurtwegen 71

Grafi sch register planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikerscompensatie 73

Verordenend grafi sch plan 75


0 0,5 1 Kilometers

schaal: 1/25.000

fi guur 01: Situering - topografi sche kaart

Legende

plangebied


Via dit RUP worden volgende elementen behandeld: • De realisatie van een nieuw woonzorgcentrum

(WZC) ten noorden van de Bellegemkerkdreef.• De reorganisatie van brouwerij Bockor.• Het inpassen van deze twee functies in het

bestaande weefsel van Bellegem en zorgen voor een ruimtelijk waardevolle mix in het centrum van dit dorp.

• Ruimtelijk-planologische vertaling in een RUP met verordenend plan en stedenbouwkundige voorschriften.

1.3. Afbakening van het RUP

Het plangebied van het RUP ‘Bellegem Centrum’ wordt begrensd:• ten noorden door de as Rollegemsestraat-

Bellegemplaats-Bellegemsestraat;• ten zuiden door de Bellegemkerkdreef en de

perceelsgrenzen van de bebouwing aan de Kloosterdreef (eigendomsgrens brouwerij Bockor);

• ten oosten door de Dottenijsestraat; • ten westen door de Kwabrugstraat en de

Kortestraat.

1 . I n l e i d i n g

1.1. Ligging

Het plangebied van het RUP ‘Bellegem Centrum’is gelegen ten zuiden van de as Rollegemsestraat-Bellegemplaats-Bellegemsestraat, in het centrum van Bellegem.

Bellegem bevindt zich in het glooiend landschap van het Leie-Schelde interfl uvium. Bellegem is gelegen op één van de heuveltoppen die de waterscheidingslijn tussen het Leie- en Scheldebekken vormen. Het landschap wordt gekarakteriseerd door landbouwakkers, weilanden en kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, bomenrijen, veedrinkpoelen, boomgaarden, ...). De hellingen worden gekenmerkt door bebossing (bvb. Bellegembos). Ten oosten bevindt zich de gewestweg N50, die Kortrijk verbindt met de stad Doornik; ten westen ligt de autosnelweg A17/E403, die Doornik verbindt met Brugge.

1.2. Onderwerp van het RUP

Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Bellegem Centrum’ wordt opgemaakt ter uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortrijk, defi nitief goedgekeurd door de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 26 april 2007.


fi guur 02: Feitelijke toestand - gebouwen- en functiekaart

Kwab

rugs

traa

t

Kortestraat

schaal: 1/4.000


2.3. Bedrijvigheid

In het centrum neemt brouwerij Bockor een prominente plaats in zowel qua dorpszicht (de brouwerij toren) als qua verkeersdruk (zwaar verkeer). Brouwerij Bockor is omsloten door een groenbuffer langs zijn zuiden oostzijde. Verder zuidwaarts bevinden zich nog het depot van De Lijn en de beschermde gebouwen van brouwerij Facon.

2.4. Gemeenschapsfuncties

De Sint-Amanduskerk en het kerkplein vormen de centrale plek van Bellegem. In het noorden bevindt zich het nieuwe ontmoetingscentrum en het park rond een historische hoeve en een kasteel. Ten oosten bevinden zich de basisschool Groeneheuvel en de voetbalterreinen van WhiteStar Bellegem. Langs de Bellegemkerkdreef bevindt zich de basisschool, die met haar nieuwe uitbreiding, voornamelijk een sporthal, zeer beeldbepalend is.

2 . F e i t e l i j k e t o e s t a n d

2.1. Centrum bebouwing as Rollegemsestraat-Belllegemplaats-Bellegemsestraat en historische linten

De as Rollegemsestraat-Bellegemplaats-Bellegemsestraat vormt de hoofdstraat in het centrum van Bellegem. Langs deze as is een lintbebouwing historisch gegroeid, hoofdzakelijk bestaande uit eengezinswoningen en plaatselijk aangevuld met handelszaken (vooral in het centrum van Bellegem), horeca, kantoren en diensten.

De Dottenijsestraat en de Kwabrugstraat worden gekenmerkt door typische lintbebouwing langs toegangswegen: hoofdzakelijk residentiële rijwoningen, afgewisseld met een occasionele KMO en eenmaal uit het centrum doorkruisen deze wegen het open interfl uvium landschap.

Er is bebouwing aanwezig in het plangebied die deel uitmaakt van de inventaris van het bouwkundig erfgoed (zie fi guur 04), waarvan de Sint-Amanduskerk een beschermd monument is.

2.2. Woonwijken

Het weefsel tussen deze linten bestaat voornamelijk uit woonwijken. Opvallend zijn de bungalow-woningen langs de Bellegemkerkdreef en Kloosterdreef.

fi guur 03: Bestaande toestand

schaal: 1/8.000


2.5. Vacante zones

Zones 1 en 2De zones 1 en 2 worden gescheiden door een voetweg. Naast deze voetweg, lopen ook door de omliggende wijken voetpaden op de perceelsgrenzen. Deze maken het centrum van Bellegem zeer toegankelijk voor zwakke weggebruikers.

Zone 3Zone 3 is in eigendom van de brouwerij Bockor. Noord - zuid is er een verval van een zestal meter. Ten noorden en westen wordt deze zone afgeboord door een groenscherm die refereert aan het overliggende kasteelpark.

vacante zone 1: 9.580 m²vacante zone 2: 2.015 m²vacante zone 3: 3.500 m²

fi guur 04: Feitelijke toestand - orthofoto

0 50 100 Meters

schaal 1/2.500

Legende

plangebied

vacante zones

Bron: AGIV/Middenschalig, mei 2012

1

3

2


fi guur 05: Feitelijke toestand - reliëf

0 100 200 Meters

schaal: 1/5.000

Legende

plangebied

38 - 40

40 - 42

42 - 44

44 - 46

46 - 48

48 - 50

50 - 52

52 - 54

54 - 56

56 - 58

58 - 60

60 - 62

62 - 64

64 - 66

66 - 68

68 - 70

Het reliëf loopt af van noord naar zuid met een verschil van een zestiental meter. Achter de school wordt dit overbrugd door een berm (1 tot 1,5 m) die sterk begroeid is, terwijl de voetweg tussen de twee delen ook voor een sprong in het reliëf zorgt (tot 0,5 m).


fi guur 06: Centrum as en historische linten

2.6. Fotoreportage

Centrum as en historisch gegroeide lintbebouwing

De as Rollegemsestraat-Bellegemplaats-Bellegemsestraat is samengesteld uit een combinatie van woningen, horeca en commerciële functies. De kerk functioneert als centrumbaken, verder van de kerk neemt de bebouwde densiteit af en wisselen bebouwing en open percelen zich af (pan 28 en pan 35).

De historisch gegroeide linten (Kwabrugstraat en Dottenijsestraat) bestaan ook voornamelijk uit woningen, al hebben grotere functies (brouwerij Facon en Bockor, depot van De Lijn) zich hier ook gevestigd. In het centrum worden ze geregeld gekruist door de voetwegen. Buiten het centrum lopen zij door het open interfl uvium landschap (pan 21, pan 24 en pan 36).

Pan 21

Pan 28

Pan 24

Pan 35

Pan 36


fi guur 07: Woonwijken

Woonwijken

Ten noorden van de kerk vormt een wirwar van straten en voetwegen het historisch gegroeide woonweefsel van Bellegem. Enkele (ver)nieuwbouwprojecten werden hier gerealiseerd (pan 33 en pan 34).

Ten zuiden en zuidwesten van het plangebied bevinden zich verschillende woonwijken. De woonwijk rond de Kloosterdreef en de Bellegemkerkdreef valt hier op, door zijn bungalowachtige bebouwing, afgewisseld met eenverdiepswoningen met zadeldak en recente nieuwbouwwoningen met twee of drie bouwlagen(pan 10, pan 11 en pan 13).

Alle woonwijken in Bellegem worden doorkruist door smalle voetwegen op de perceelsgrenzen. Dit zorgt voor een gevarieerde doorstroming voor voetgangers en fi etsers (pic 4, pic 6 en pic 7).

Pan 13

Pan 10

Pan 33

Pan 11

Pic 4 Pic 6 Pic 7

Pan 34


fi guur 08: Bedrijvigheid en gemeenschap

Bedrijvigheid en gemeenschapsvoorzieningen

De Sint-Amanduskerk vormt het centrum van Bellegem, met vlak ernaast de gerenoveerde kapel. Ten zuiden van de kerk werd een panoramisch plateau gepland (zie Paul Deroose), maar een recente nieuwbouw van brouwerij Bockor verspert het zicht (pan 1, pan 3 en pic 1).

De toren van de brouwerij is bepalend voor het dorpsbeeld (pan 29, pan 32 en pic 9).

Ten zuiden van de kerk bevindt zich de vrije basisschool. Deze heeft zich recentelijk uitgebreid langs de Bellegemkerkdreef. Het respecteren van de voetweg zorgt voor interessante doorzichten. De nieuwe blok, het oude schoolgebouw, de kerk en de brouwerijtoren vormen samen de skyline van Bellegem (pan 2, pan 7 en pan 5).

g p

Pan7

Pan4

Pan5

Pan 2

Pic 3

Pan 32Pic 9Pan 29

Pan 3Pan 1 Pic 1


fi guur 09: Vacante zones 1 en 2

Vacante zones 1 en 2

Vacante zones 1 en 2 worden voorbehouden voor het inplanten van een woonzorgcentrum.

Ten noorden worden zones 1 en 2 afgeboord door een groene berm, oost- west oplopend naar 1,5 meter hoogte (pan 41 en pic 8).In het oosten worden de zones afgezoomd door achtertuinen, gedeeltelijk gebruikt als moestuinen (pan 39, 42 en 43).

Ten zuiden delen twee bungalowwoningen de grens op, waardoor er een klein hoekperceel ontstaat (pan 12 en 38).Aan de westkant van vacante zone 1 bevindt zich de uitbreiding van de school, die als een wit blok boven het landschap zweeft (pan 40).

Pan 41

Pan 43Pan 42

Pan 40 Pic 8 Pan 38

Pan 39

Pan 12


fi guur 10: Vacante zone 3

Vacante zone 3

Zone 3 sluit aan bij brouwerij Bockor. De zone is grofweg driehoekig, loopt noord-zuid af en wordt gedomineerd door de brouwerij toren en de opslagplaats aan de Kwabrugstraat (pan 32). Ten noorden wordt zone 3 afgeboord door een groene, verhoogde berm, van ongeveer 1,5 meter (pan 27).

In het oosten wordt de vacante zone begrensd door een café en een loods van Bockor (pan 29).Ten zuiden grenst de zone aan de Kwabrugstraat, maar ligt het 50 cm verhoogd (pan 30).

Aan de westkant van vacante zone 3 loopt een groen scherm dat het perceel van de Kortestraat scheidt (pan 27).

Pan 29

Pan 26Pan 25

Pan 30

Pan 31

Pan 32

Pan 27


3 . J u r i d i s c h e t o e s t a n d

Type plan Referentie

Gewestplan Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) bestemt het plangebied als:• woongebied• woongebied met cultureel, historische en/of

esthetische waarde• gemengd woon- en industriegebied

BPA • BPA Bellegem nr. 005a ‘Centrum Zuid’ (juni 1976)• BPA Bellegem nr. 003c ‘Nieuwstraat’ (februari 1984)• BPA Bellegem nr. 003d ‘Nieuwstraat’ (april 2000)• BPA Bellegem nr. 002b ‘Zwingelweg’ (juni 1989)

RUP Geen binnen het plangebied

Goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen BEL018BEL074/1 BEL035BEL084

Milieuvergunningen Geen binnen het plangebied

Beschermde monumenten, landschappen, beschermde stads- en dorpsgezichten

Sint-Amanduskerk

Vogelrichtlijngebied, Habitatrichtlijngebied, VEN-gebied, IVON-gebied

Geen binnen het plangebied

Buurtwegen Sentier 34 loopt samen met de Bellegemkerkdreef

Waterlopen (categorisering) Geen binnen het plangebied

Gemeentelijke verordeningen Algemene bouwverordening stad Kortrijk


fi guur 11: Juridische toestand - gewestplan

C C

C C

C C

P P P

P P P

P P P

⎮⎮

## #

## #

0 150 300 Meters

schaal: 1/10.000

Legende

plangebied

bestaande spoorwegen

agrarische gebieden

landschappelijk waardevolleagrarische gebieden

! ! bestaande hoogspanningsleidingen

reservatiegebieden

ontginningsgebieden

industriegebieden

milieubelastende industrieën

woongebieden

gebieden voor dagrecreatie

parkgebieden

woonuitbreidingsgebieden

gemengd woon en industriegebied

Ê

II

C

P

woongebieden met cultureel- historische en/of esthetische waarde


BEL003c

BEL002b

BEL004a

BEL005a

BEL003d

Kor 14.1

Kor 08

0 125 250 Meters

Legende

plangebied

BPA's - MB of KB

RUP's in opmaak

RUP's - besluit van Deputatie van deProvincie West-Vlaanderen

Binnen het plangebied zijn BPA’s (bijzonderen plannen van aanleg), maar geen RUP’s (ruimtelijke uitvoeringsplannen) van kracht.

BEL005a: Bellegem Centrum Zuid uit 1976BEL003c: Bellegem Nieuwstraat uit 1984BEL003d: Bellegem Nieuwstraat uit 2000BEL002b: Bellegem Zwingelweg uit 1989

Ten noorden bevindt zich ook nog het BPA BEL004a: Bellegem Centrum

Het plangebied van het RUP ligt buiten de afbakeningslijn van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk (gewestelijk RUP - 20.01.2006).

fi guur 12: Juridische toestand - BPA’s en RUP’s

schaal: 1/7.500


fi guur 13: Juridische toestand - BPA BEL005a Centrum Zuid (juni 1976)

Legende


fi guur 14: Juridische toestand - BPA BEL003c Nieuwstraat (februari 1984)

Legende


fi guur 15: Juridische toestand - BPA BEL003d Nieuwstraat (april 2000)

Legende


fi guur 16: Juridische toestand - BPA BEL002b Zwingelweg (juni 1989)

Legende


fi guur 17: Juridische toestand - BPA collage


fi guur 18: Juridische toestand - verkavelingen

BEL035

BEL034

BEL0

BEL070

BEL037

BEL021

BEL043

BEL064

BEL041

BEL054

BEL027

BEL074

BEL065

BEL063

BEL084

BEL049

BEL037/1

BEL064/1

BEL083

BEL072

BEL023 BEL057

BEL074/2

BEL074/1

BEL055

BEL066

BEL017

BEL067

BEL070/1

BEL026

BEL018

BEL057/1

BEL030

BEL039

BEL011

BEL081

BEL023/1

BEL

BEL049/1

0 125 250 Meters

Legende

plangebied

schaal: 1/5.000


fi guur 19: Inventaris bouwkundig erfgoed

1 Dubbelhuis2 Parochiekerk Sint-Amandus3 Brouwerij Bockor4 Neogotische kapel5 Notabelenwoonst6 Enkelhuis7 Herenhuis8 Herenhuis9 Brouwerij Facon

Monument

schaal: 1/3.000

Legende

plangebied

Binnen het plangebied van het RUP ligt de Sint-Amanduskerk, een beschermd monument.

Een achttal gebouwen zijn opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed.

Buiten het plangebied bevinden zich nog twee beschermde woningen (Bellegemstraat 80 en 84) en brouwerij Facon aan de Kwabrugstraat 23.

0 50 100 Meters

1 2

3

45 6

7

8

9


zijn daarbij belangrijk.• Het behoud van de economische dynamiek is

essentieel in de kernen van het buitengebied. • Het verweven van lokale bedrijvigheid met andere

functies moet worden nagestreefd.• De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps-

en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kern. Er wordt gestreefd naar de verweving van de verschillende activiteiten (onderwijs, huisvesting, cultuur, welzijnszorg).

4.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WVL) geeft de gewenste ruimtelijke structuur aan voor West-Vlaanderen als een kader waarin de ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden.

Volgende specifi eke bepalingen en selecties uit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen zijn van belang voor dit RUP:• Bellegem is in het eerste PRS-WVL geselecteerd

als herlokalisatiehoofddorp. Maar bij de geplande herziening van het PRS-WVL wordt voorzien dat de selectie van de kern van Bellegem zal gewijzigd worden naar ‘woonkern’.

• Bellegem bevindt zich in de Interfl uviumruimte.

4 . P l a n n i n g s c o n t e x t

4.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) geeft de gewenste ruimtelijke structuur aan voor Vlaanderen als een kader waarin de ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden.

Het RSV maakt een onderscheid tussen stedelijk gebied en buitengebied. Het plangebied van dit RUP behoort tot het buitengebied.

De planopties van het gemeentelijk RUP ‘Bellegem Centrum’ geven invulling aan volgende ontwikkelingsperspectieven voor het buitengebied:• Het bundelen van de ontwikkelingen in de kernen

van het buitengebied; wonen, werken en zorg concentreren in de kernen van het buitengebied.

• De woonfunctie in de kernen moet attractief zijn, er moet worden gestreefd naar een gedifferentieerde samenstelling van de woningvoorraad (naar prijsklasse, grootte en type) en een voldoende woningdichtheid worden gecreëerd.

• De nadruk moet gelegd worden op maximaal gebruik van de bestaande huisvestingsmogelijkheden in de centra via inbreiding, renovatie en vernieuwbouw, samenvoegen van bestaande gebouwen, herbestemmen van gebouwen die hun functie verloren hebben, oprichten van meergezinsgebouwen, ... en op het aantrekkelijk maken van de woonomgeving. Inrichting van de dorpscentra, versterken van het dorpssilhouet uitgaand van de (bijzondere) cultureel-maatschappelijke waarde, landschapszorg en aandacht voor rust, stilte en verkeersleefbaarheid


ontwikkeling van nieuwe woongebieden kan enkel in functie van de eigen demografi sche groei. Er wordt aandacht besteed aan de landschappelijke inpasbaarheid van woonuitbreidingen en bedrijven. De kernen in het buitengebied worden afgebakend en er wordt gezorgd voor een kwalitatief openbaar domein.” (RG pg. 19)

• “Met betrekking tot wonen en de verzorgende activiteiten worden de ontwikkelingen in de kern geconcentreerd zodat een compact geheel wordt gevormd en het uitzwermen van de bebouwing wordt verhinderd.”(RG pg.36)

• Bij het hoofdstuk van de gewenste natuur en groenstructuur wordt in Bellegem langs de Bellegemkerkdreef een nieuwe groenzone van 0,6 ha voorzien, waarbij de panoramische zichten behouden worden. De oppervlakte weergegeven in de tabel is indicatief. (RG p. 27)

4.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortrijk

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Kortrijk werd defi nitief goedgekeurd op 26 april 2007 door de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

Volgende bepalingen zijn relevant voor het plangebied van het RUP: • “In de kernen Aalbeke, Bellegem en Rollegem

bevinden zich ter hoogte van scholen of recreatiegebieden open groene ruimtes, al dan niet openbaar toegankelijk.” (IG pg.126)

• Bellegem is een kern van het buitengebied. “Hier zal de aandacht vooral worden gericht op de relatie tussen het landschap en de kern en het vergroten van het dorpsgevoel en het verder uitbouwen van de voorzieningen op het niveau van de kern.” (IG pg.145)

• “Het historisch gegroeide bedrijf Bockor in Bellegem, dat duidelijk het niveau van de kern overstijgt, moet ruimtelijk kwalitatief worden in gekaderd. Verdere uitbreiding kan niet meer. De leefkwaliteit van de kernen en de landschappelijke omgeving mogen niet in het gedrang komen door bijvoorbeeld overdadig en te zwaar verkeer, door inname van kwalitatieve open ruimte.” (RG pg.98)

• Vacante zones 1 en 2 zijn open, groene, ondergebruikte ruimtes. Deze ruimte is ingekleurd als openbare verblijfsruimte (groen, speelplein, ... zie fi guur) Deze ruimte kan “ook door de school kan worden benut. Mocht dit nodig zijn, kan de school op deze gronden uitbreiden in aansluiting met de bestaande bebouwing. Het panoramisch zicht vanaf de kerk naar het open landschap moet daarbij zoveel mogelijk worden gevrijwaard.” (RG pg. 98)

• “Binnen een volwaardig buitengebied staat de leefbaarheid van de woonkernen voorop. De

fi guur 20: GRS Kortrijk - gewenste ruimtelijke structuur Bellegem

Legende


0 50 100 Meters

a.

b.

Legende

Plangebied RUP

Gemeenschapsvoorzieningen:a. bestaande schoolb. nieuw woonzorgcentrum

Centrumfuncties langs Bellegemplaats

Wonen met beperkte nevenfuncties

Reorganisatie bedrijfssite Bockor

Openbare wegenis & plein

Nieuwe openbare verblijfsruimte

Nieuwe erftoegangsweg

Voetgangers- en fietsersverbindingen

Groenscherm

fi guur 21: Globale ruimtelijke opties RUP Bellegem Centrum

schaal: 1/3.000


in (het centrum van) een kern. Naast de bestaande school bieden de vacante zones ten noorden van de Bellegemkerkdreef de opportuniteit voor het realiseren van een woonzorgcentrum als mogelijkheid in het hart van Bellegem. Het nieuw woonzorgcentrum sluit aan bij de school en wordt opgenomen binnen een zone voor gemeenschapsvoorzieningen.

Bij het nieuwe woonzorgcentrum worden ook aanleunwoningen voorzien, die functioneel gerelateerd moeten zijn aan het woonzorgcentrum en ook binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen worden opgenomen.

Het OCMW van de stad Kortrijk wenst het nieuwe woonzorgcentrum te realiseren. Conform de opties van het GRS Kortrijk moet centraal een nieuwe openbare verblijfsruimte gerealiseerd worden. Door het publiek toegankelijk maken van een groot deel van de buitenruimte rond het nieuwe woonzorgcentrum, wordt een sterke verankering van deze nieuwe functie in het centrum van het dorp beoogd. Dit staat uiteraard ook in relatie met de gewenste doorwaadbaarheid van het binnengebied. De bestaande fi etsers- en voetgangersverbinding, die het binnengebied west-oost doorkruist en de Bellegemkerkdreef en de Dottenijsestraat met elkaar verbindt, moet uiteraard behouden blijven, maar intern kan eventueel het tracé wat verlegd worden.

Afweging nieuw woonzorgcentrum in Bellegem in relatie tot de structuurplanningscontext

In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (2002) werden Bellegem, Aalbeke en Rollegem geselecteerd als herlokalisatiehoofddorp (PRS W-VL Richtinggevend gedeelte pg. 218).

Maar bij de geplande herziening van het PRS-WVL (openbaar onderzoek van 17 oktober 2012 tot

5 . V i s i e v o r m i n g 5.1. Globale ruimtelijke opties

5.1.1. Centrumfuncties langs Bellegemplaats en Bellegemsestraat

Langs de Bellegemsestraat en Bellegemplaats wordt de bestaande verweving van verschillende centrumfuncties behouden. Hoewel enkele gebouwen ten westen van de kerk deel uitmaken van de bedrijfssite van Bockor, wordt bewust de bestemming van centrumfuncties behouden. Het betreft immers een café, een woning en de kantoren van Bockor, die deel uitmaken van het karakteristieke centrum van Bellegem.

De tuinen van de woningen langs Bellegemsestraat zijn vrij diep en bieden nog potenties voor inbreiding. Dankzij deze grote percelen en dankzij de grote reliëfverschillen kunnen aan de zuidzijde nog extra woningen ingeplant worden, zonder dat dit problematisch hoeft te zijn voor de privacy van de bestaande woningen. Deze mogelijke inbreiding was ook reeds voorzien in het bestaande BPA.

5.1.2. Wonen met beperkte nevenfuncties

Ook de bestaande woonbebouwing langs de Dottenijsestraat en de Bellegemkerkdreef wordt behouden. De bestaande verweving van de niet-woonfuncties wordt er geconsolideerd.

5.1.3. Gemeenschapsvoorzieningen in het centrum van Bellegem

Conform de opties van de structuurplannen (Vlaams/provinciaal/gemeentelijk) worden gemeenschapsvoorzieningen bij voorkeur geclusterd


De cijfers van de zorgbehoeften zijn gebaseerd op modellen van de Vlaamse Overheid. De cijfers werden per deelgemeente afzonderlijk berekend, op basis van bevolkingsprognoses en zorgstatistieken. Hieruit is duidelijk dat de behoefte in Aalbeke ongeveer gedekt is.

De behoefte in Bellegem-Kooigem-Rollegem bedraagt 99 bedden tegen 2020. De niet gedekte behoefte wordt momenteel verzekerd in Kortrijk centrum. Het zorgstrategisch plan voor een woonzorgcentrum van 96 bedden en 24 assistentiewoningen werd ingediend en ontvankelijk verklaard door de gemeenteraad van Kortrijk op 19 november 2013. Rendabiliteit voor exploitatie noopt om een woonzorgcentrum van minstens 90 bedden te bouwen. Er is geopteerd voor 96 bedden omwille van 3 wooneenheden van 32 personen.

Een woonzorgcentrum van 96 bedden blijft op de schaal van de behoeften van het buitengebied en mag in de kern van Bellegem worden opgevangen, zodat ook de woonzorgbehoeften van de twee nabijgelegen dorpen Kooigem en Rollegem kunnen opgevangen worden. Dit is conform de rol en taakstelling, die Bellegem in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen heeft gekregen.

14 januari 2013) wordt voorzien dat de selectie van de kern van Bellegem en Rollegem zal gewijzigd worden naar ‘woonkern’. Aalbeke blijft een hoofddorp. Op vlak van wonen (en dus ook de woonzorgvraag) mogen Aalbeke, Bellegem en Rollegem de behoeften voor de eigen kernen en de omliggende verspreide bebouwing in het buitengebied van Kortrijk opvangen. De zorgvraag kan dus niet in Kooigem worden opgevangen.

Opmerking: De herziening van het PRS West-Vlaanderen – met de wijziging van de selectie van Bellegem van herlokalisatiehoofddorp naar woonkern – heeft geen invloed op de rol en taakstelling die Bellegem kan opnemen op vlak van wonen.

Hierna zullen we stapsgewijs de schaal, omvang en de locatiekeuze voor het nieuwe woonzorgcentrum in Bellegem onderbouwen.

A. Schaal en omvang woonzorgcentrum

Uit studies van het OCMW Kortrijk is gebleken dat er in het zuiden (buitengebied) van Kortrijk een behoefte is aan bijkomende woonzorgbedden in een woonzorgcentrum. Momenteel zijn er slechts 46 éénheden erkend in Aalbeke. De programmacijfers 2020 tonen aan dat er 149 éénheden nodig zijn voor de zuidelijke rand (KRAB = de 4 dorpen Kooigem, Rollegem, Aalbeke, Bellegem). De behoefte is dus veel groter dan het aanbod.

TABEL: Verdeling programmatie KRAB - behoefte van woonzorgbedden in zuidelijke buitengebied Kortrijk

Kooigem Rollegem Aalbeke Bellegem TOT. KRAB2013 9,37 31,40 46,93 50,83 138,532015 9,60 32,16 48,07 52,60 141,882020 10,08 33,78 50,50 54,69 149,052025 10,67 35,77 53,47 57,91 157,82


B. Locatie-keuze

B.1. Buitengebied versus stedelijk gebied

Het is van belang dat het zorgaanbod voldoende groot is, net zoals het belangrijk is dat het aanbod correct verdeeld wordt over het grondgebied van de stad Kortrijk.

Eén belangrijk aspect hiervan is de verhouding tussen het aanbod in het stedelijk gebied (Kortrijk en delen van Heule, Marke en Bissegem) vs. het aanbod in het buitengebied (Kooigem, Rollegem, Aalbeke en Bellegem).Op basis van het huidige aantal inwoners en de prognoses moet die verhouding ca. 85/15 zijn. Die verhouding is vandaag 97/3, wat wil zeggen dat vanuit dit perspectief de keuze van het OCMW om het aanbod in Bellegem op te drijven, de juiste is. Na de verschuiving en uitbreiding i.f.v. de site in Bellegem wordt de ratio 89/11.

Zoals hierboven uit de programmatietabel blijkt, komt het voorstel voor het nieuwe woonzorgcentrum in Bellegem enkel tegemoet aan zorgbehoeften uit het buitengebied van Kortrijk. De verhouding tussen het aanbod in stedelijk gebied en het buitengebied wordt genormaliseerd.

Hierna wordt aangegeven op welke wijze de locatiekeuze tussen de geselecteerde kernen van het buitengebied werd gemaakt: in Aalbeke, Bellegem of Rollegem.

B.2. Afweging welke kern in het buitengebied

De bestaande woonzorgsite in Aalbeke herbergt momenteel 46 bedden. De piste voor uitbreiding van de site Aalbeke werd overwogen maar niet weerhouden om volgende redenen: • Er werd bij de bouw van de Weister gekozen voor

een kleinschalig genormaliseerd woonzorgproject. Er is geen verdere behoefte aan woonzorgbedden in Aalbeke zelf, maar wel in Bellegem, Rollegem en Kooigem.

• Het bestaande gebouw is niet uitbreidbaar en op het huidige terrein is er geen uitbreidingsmogelijkheid.

• De enige aansluitende uitbreidmogelijkheid is de aankoop van het terrein van de oude burgemeestershoeve van ongeveer 5.581 m² groot. Bij een koppeling van de huidige ontwikkeling (De Weister 46 woongelegenheden) met een te realiseren WZC van 96 woongelegenheden kunnen de 24 assistentiewoningen gerealiseerd worden als deel van de aanpalende woonverkaveling, langs de reeds aangelegde insteekweg vanuit de Kapelhoekstraat naar het WZC De Weister.

• De architecturale en functionele connectie tussen het kleinschalig genormaliseerd wonen van De Weister en het eerder grootschalig nieuw WZC zal echter moeilijk realiseerbaar zijn.


Bellegem ligt het meest centraal tussen Rollegem en Kooigem, de twee andere kernen met een nood aan zorgaanbod. Bellegem beschikt ook over een goede openbaar vervoersverbinding met zowel de twee andere kernen als het centrum van Kortrijk.

Bovendien is, volgens de toekomstige vraag aan zorgbedden, Bellegem de grootste zorgvragers. Met een te verwachten 55 op 99 bedden, neemt de toekomstige vraag in Bellegem meer dan de helft van het nieuwe aanbod van 96 bedden in.

Bellegem telt circa 4.000 inwoners en is t.o.v. Rollegem en Kooigem de grootste deelgemeente in dit gebied, daarom wordt geopteerd om het woonzorgcentrum in Bellegem in te planten. Het woonzorgcentrum zal ook worden gebruikt door de nabijgelegen dorpen Rollegem (2.700 inwoners en een zorgvraag van 34 bedden in 2020) en Kooigem (700 inwoners en een zorgvraag van 10 bedden in 2020).


fi guur 22: Ligging Bellegem t.o.v. andere kernen van het buitengebied

schaal: 1:40.000


de dorpskern en de werking te versterken. Dit kan door de nabijheid van het OC, de voorzieningen rond Bellegemplaats en de school.

Conclusie afweging locatie-keuze:Het programma van het nieuwe woonzorgcentrum werd bepaald op basis van de vooropgestelde prognoses van de Vlaamse overheid, die een totale bijkomende woonzorgbehoefte van een 99-tal bedden voorziet voor de kernen Bellegem, Rollegem en Kooigem. Er wordt voor Bellegem gekozen omdat het de grootste kern is, in combinatie met zijn centrale ligging. Binnen Bellegem wordt gekozen voor de site aan de Bellegemkerkdreef vanwege zijn centrale ligging en de mogelijkheid om het WZC te linken aan bestaande gemeenschapsvoorzieningen.

B.3. Afweging welke locatie in Bellegem

In overleg met Leiedal en Stad Kortrijk werden binnen Bellegem verschillende pistes bekeken, onder meer (A) de site Viron Walleweg, (B) de site ‘Den Bouw’ en (C) de locatie Bellegemkerkdreef.

Een effi ciënt en sterk uitgebouwd zorgaanbod veronderstelt een zekere schaalgrootte. Daar staat tegenover dat elke omgeving grenzen heeft qua ruimtelijke draagkracht en leefbaarheid. Daarom werden de sites goed afgewogen.

De piste van site Viron Walleweg (A) werd grondig onderzocht, maar een optimale inplanting is zeer moeilijk te vinden door eisen van Erfgoed voor behoud van het woonhuis en de hoeve en eisen van Natuur en Bos voor behoud van bomen en het landschappelijk uitzicht. De site is grotendeels bestemd als parkgebied. Door de verplichting van het behoud van hoeve en kasteel, de moeilijke inplanting met een voorwaarde voor enkel ondergrondse parkeerplaatsen, het zeer grote terrein met een enorme onderhoudskost is deze piste niet realiseerbaar. Er zijn te veel kritische factoren die deze ontwikkeling zeer bezwaren zodat het zowel economisch niet haalbaar is en het zeer moeilijk of zelf onmogelijk zal zijn een goede architecturale en functionele inplanting te vinden rekening houdende met alle gestelde voorwaarden.

De Site ‘De Bouw’ (B) is gelegen tussen de Bellegemsestraat en de Roodhuisweg, maar is te klein voor de vooropgestelde realisatie. De ligging is niet optimaal gezien dit ver is van het centrum. Voor een goede toegankelijkheid ontstaat er een ontsluiting van de verkaveling Roodhuisweg naar de Bellegemsestraat wat niet verantwoord is.

Er werd uiteindelijk geopteerd voor de Bellegemkerkdreef (C) omwille van de goede ligging centraal in het dorp en om de relatie met


fi guur 23: Mogelijke locaties in Bellegem

schaal: 1:10.000


Dit is een niet limitatieve lijst. Deze gebieden worden ontwikkeld samen met de woningbouwprojecten in de omgeving. De oppervlakte weergegeven in de tabel is indicatief. Het is belangrijk dat bij de ontwikkeling van nieuwe woongebieden voldoende groen ingebracht wordt in verhouding met het aantal kavels.”

En in het GRS Kortrijk wordt onder punt 6.3. Bellegem het volgende gesteld (zie GRS - RG pg. 98):

“Openbare verblijfsruimtesNaast de school langs de Bellegemkerkdreef wordt op een gedeelte van het nog open gebied een openbare verblijfsruimte (groen, speelplein, ...) voorzien die ook door de school kan worden benut. Mocht dit nodig zijn, kan de school op deze gronden uitbreiden in aansluiting met de bestaande bebouwing. Het panoramisch zicht vanaf de kerk naar het open landschap moet daarbij zoveel mogelijk worden gevrijwaard.”

Het GRS Kortrijk voorziet dus in de realisatie van een openbare (groene) verblijfsruimte in het nog onbebouwde gebied langs de Bellegemkerkdreef. Deze ruimte kan vrij worden ingericht en eventueel ingenomen worden door de uitbreiding van de school. Er wordt een oppervlakte van 0,6 ha indicatief aangegeven.

Het huidige RUP voorziet op de site de ontwikkeling van een nieuw woonzorgcentrum. Hierna wordt afgewogen hoe men de verschillende ruimtelijke opties kan integreren met elkaar.

Uitbreiding kleuterschool BellegemEnkele jaren geleden (dit was na de goedkeuring van het GRS Kortrijk in 2007) breidde de gemeentelijke kleuterschool uit op het terrein dat in het GRS werd aangeduid als openbare verblijfsruimte. Deze bouwmogelijkheid was reeds toegelaten in het bestaande BPA en werd ook voorzien in het GRS. Er kan gesteld worden dat dus een deel van de openbare verblijfsruimte al ontwikkeld is.

C. Openbare (groene) verblijfsruimte

In het hoofdstuk gewenste natuur en groenstructuur van het GRS wordt het volgende gesteld (RG pg. 27):“1.2.6. Groenelementen op buurtniveauNaast de grotere aaneengesloten groen- en natuurgebieden moet een stad beschikken over sociorecreatief openbaar groen van enige omvang. Hier wordt het kleinschalige gebruiksgroen op het niveau van de buurt buiten beschouwing gelaten.Deze stedelijke groenelementen binnen de bebouwde kom (stads- of wijkparken) zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad. Ze hebben naast een natuurlijke functie ook een sociale en recreatieve functie. Daarom staat het behoud en de ontwikkeling ervan in iedere kern en stadsdeel voorop. Bestaande groengebieden worden verbeterd en indien mogelijk beter toegankelijk gemaakt en uitgebreid. Een voorbeeld daarvan is de uitbreiding en de verbetering van het Astridpark. Er zijn nog groengebieden die voor verbetering in aanmerking komen. Zo kan de bereikbaarheid van het Van Raemdonckpark verbeterd worden door het afgraven van de spoorwegbedding en kan de groenzone aan de ziekenhuissite in de Loofstraat publiek toegankelijk gemaakt worden bij reconversie.Nieuwe groengebieden worden voorzien en aangelegd bij de realisatie van nieuwe woonprojecten.Nieuw te ontwikkelen groenzones zijn:

Deelgebeid Gebied Opp.Binnenstad Venning 4,5 ha Aandacht voor

natuurontwikkelingRandstedelijke kernen

Kromme Olm 2 ha Geïntegreerd in de woonwijk

Moorseelsestraat 0,75 ha Geïntegreerd in de woonwijk

Molenstraat-Bozenstraat-Izegemsestraat

Geïntegreerd in de woonwijk

Hoog-Kortrijk UniversiteitsparkMorinnestraat Geïntegreerd in de

woonwijkAalbeke Lauwestraat 0,5 ha Met verbinding naar

school en woonwijkBellegem Bellegemkerkdreef 0,6 ha Behoud van de

panoramische zichten


de sociale contacten tussen de verschillende bewonersgroepen.

• De doorzichten en de niveauverschillen van het terrein. De openbare verblijfsruimte kan één of meerdere zichten bieden op het zuidelijk gelegen landschap. Het werken met de bestaande topografi e dient deze plateau/uitkijkpunt-functie te vergemakkelijken.

Het ontwerpend onderzoek (zie verder) zal dieper ingaan op de ruimtelijke integratie van het nieuwe woonzorgcentrum en de openbare verblijfsruimte. De opgebouwde inrichtingsschets voorziet voldoende publieke ruimte (circa 0,75 ha), waarvan een groot aandeel groen kan worden ingericht. Hierbij werd vooral gezocht naar het kwalitatief inplanten van verschillende publieke ruimtes, op schaal van het dorp en van het woonzorgcentrum.

Conclusie:Het RUP geeft uitvoering aan het GRS Kortrijk en voorziet in een kwalitatieve openbare verblijfsruimte, dat moet aangelegd worden bij het nieuwe woonzorgcentrum.

Feitelijk huidig gebruikDe rest van de site wordt momenteel gebruikt als landbouwgrond. Het feitelijk gebruik stemt niet overeen met de functie, voorzien in het GRS. De enige publieke ruimte is de fi ets- en wandelas die van west naar oost loopt. Van op dit pad kan men wel het glooiende interfl uviumlandschap (zuidwaarts, richting de Scheldevallei) waarnemen.

Nieuwe ontwikkeling woonzorgcentrum in combinatie met de openbare verblijfsruimteHet nieuwe woonzorgcentrum kan ruimtelijk gecombineerd worden met de openbare (groene)verblijfsruimte en kan zelfs een meerwaarde bieden. In het RUP worden voor de ontwikkeling van het nieuwe woonzorgcentrum extra eisen opgelegd. De lasten voor de ontwikkeling van een openbare verblijfsruimte worden verordenend vastgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften voor de zone voor gemeenschapsvoorzieningen.

In het RUP wordt gekozen om een openbare verblijfsruimte binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen verordenend vast te leggen, waarvan de oppervlakte van voldoende omvang moet zijn om de rol van openbare verblijfsruimte op te nemen en waarvan een groot aandeel groen moet worden ingericht. Naast het groen kunnen ook bvb. een publiek plein, een speelzone en fi ets- en wandelverbindingen deel uit maken van de nieuwe openbare verblijfsruimte. Hierbij worden er eisen opgelegd in functie van:• De doorwaadbaarheid voor fi etsers en

voetgangers. Minimaal dient de nieuwe openbare verblijfsruimte gekoppeld te worden aan de bestaande fi ets- en voetgangersverbinding.

• Het recreatief medegebruik van het binnengebied. De openbare verblijfsruimte kan fungeren als een “verbindende buitenruimte” bij de bestaande school, het nieuwe woonzorgcentrum, maar ook gebruikt worden door andere bewoners voor zacht recreatief medegebruik. Dit verhoogt


Daarom is het bedrijf Bockor op zoek gegaan naar een alternatieve locatie voor haar depot en distributiepunt. In overleg met de stad Kortrijk en de intercommunale Leiedal werd een oplossing gevonden op de voormalige site van MDK in de Manpadstraat in het oosten van Bellegem. Dit milieubelastend industriegebied wordt herbestemd naar een zone voor kleine en middelgrote bedrijven. Hiervoor werd het RUP Bellegem Manpadstraat opgemaakt, dat ondertussen defi nitief werd goedgekeurd. In dit RUP wordt de mogelijkheid gecreëerd voor de inplanting van een nieuw depot en distributiepunt voor Bockor. Dit laat ook toe dat de bestaande site van Bockor in het centrum van Bellegem kan worden gereorganiseerd, waarbij in hoofdzaak zal worden gefocust op de bierbrouwerij, de kantoor- en onthaalfaciliteiten van Bockor.

5.1.4. Reorganisatie van de bedrijfssite van Bockor

Bestaande toestand – ruimtevraag vanuit Bockor

Op heden is de bierbrouwerij, het depot en het distributiepunt van het bedrijf Bockor gelegen in het centrum van Bellegem. Door een stijgende omzet (ondermeer te wijten aan het succes van het bier ‘Omer’) is Bockor op zoek naar bijkomende ruimte voor een depot en distributiepunt voor de dranken.

Maar op de huidige site in het centrum van Bellegem is er geen ruimte meer voor een dergelijk gebouw. Bovendien wenst de stad Kortrijk ook dat het vrachtwagenverkeer voor de distributie van de (niet zelf gebrouwen) dranken zoveel mogelijk uit het centrum van Bellegem wordt geweerd.

Brouwerij Bockor

Depot Bockor in KMO-zone Manpadstraat


• Noodzaak voor de uitbreiding op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat

• Geen uitbreiding met inname van kwalitatieve open ruimte

• Geen uitbreiding met overdadig en te zwaar verkeer

• Conclusie: beperkte afwijking met respect voor de ruimtelijke draagkracht

A. Juridische toets t.o.v. de decretale bepalingen van de Vlaamse Codex

In de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, Afdeling 1 Algemene bepalingen, artikel 2.1.2 §3 wordt vermeld:“Het richtinggevend gedeelte van een ruimtelijk structuurplan is het deel van het ruimtelijk structuurplan waarvan een overheid bij het nemen van beslissingen niet mag afwijken, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. De uitzonderingsgronden voor een afwijking worden uitgebreid gemotiveerd. Ze mogen in geen geval een aanleiding zijn om de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, de ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit van welk gebied ook in het gedrang te brengen.”

De afwijking t.o.v. GRS Kortrijk wordt onderbouwd op basis van de onvoorziene ontwikkelingen, die zich hebben afgespeeld bij het bedrijf Bockor sinds de opmaak en goedkeuring van het GRS Kortrijk in 2007.

Brouwerij Bockor evolueert de laatste jaren van een pilsbrouwerij, die een regionaal horecapark rechtstreeks belevert, naar een brouwerij die zich toelegt op speciaalbieren: bieren van hoge gisting met hergisting op fl es (OMER. Traditional Blond, LeFort) en bieren van spontane gisting die op foeders

Op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat, dat in eigendom is van Bockor, wenst het bedrijf Bockor naast een reeds bestaande loods nog een extra brouwzaal en een foederlokaal te bouwen om tegemoet te komen aan de stijgende ruimtebehoefte voor de eigen brouwactiviteiten (vooral te wijten aan het succes van het biermerk Omer). Men wil ook een nieuwe parking aanleggen voor circa 25 auto’s, zowel voor personeel als bezoekers.

Motivatie voor afwijking t.o.v. het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Kortrijk

Het GRS Kortrijk werd goedgekeurd op 26 april 2007. Over Bockor wordt het volgende gesteld (GRS Kortrijk Richtinggevend gedeelte pg. 98): “Het historisch gegroeide bedrijf Bockor in Bellegem, dat duidelijk het niveau van de kern overstijgt, moet ruimtelijk kwalitatief worden ingekaderd. Verdere uitbreiding kan niet meer. De leefkwaliteit van de kernen en de landschappelijke omgeving mogen niet in het gedrang komen door bijvoorbeeld overdadig en te zwaar verkeer, door inname van kwalitatieve open ruimte.”

De uitbreiding die het bedrijf Bockor wenst te realiseren op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat omvat een bestemmingswijziging van circa 0,39 ha woongebied naar zone voor bedrijvigheid. Hoewel de bijkomende gebouwen en parking eerder beperkt zijn qua oppervlakte en volume, moet dit toch opgevat worden als een (zij het een beperkte) afwijking t.o.v. de richtinggevende bepalingen van het GRS Kortrijk.

Deze afwijking wordt hierna stapsgewijs afgewogen en onderbouwd:• Juridische toets t.o.v. de decretale bepalingen van

de Vlaamse Codex


rijpen (Kriek Max, Cuvée des Jacobins, VanderGhinste oud bruin). De groei van de brouwerij wordt verklaard door het (nationaal en internationaal) succes van haar speciaalbieren.

Onderstaande cijfers geven de evolutie weer van volume en omzet van de brouwerij Bockor:2006: 79.000 hl omzet: € 10.442.2712012: 105.500 hl omzet: € 17.374.6722013: 113.000 hl omzet: € 19.000.000 (prognose)

De aanzienlijke toename van het volume en de omzetcijfers van de brouwerij Bockor kon bij de opmaak van het GRS Kortrijk niet voorspeld worden. Deze onvoorziene ontwikkelingen nopen de noodzaak voor de (beperkte) ruimtelijke uitbreiding van het bedrijf Bockor.

Hierna wordt de lokatie-keuze onderbouwd.

B. Noodzaak voor de uitbreiding op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat

Hierna wordt verklaard waarom de bouwruimte voor de nieuwe brouwzaal en foederlokaal op de aangevraagde locatie moet gebeuren, nl. op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat en dus in aansluiting bij de bestaande bedrijfssite.

In de eerste plaats moet benadrukt worden dat een volledige verhuis van het bedrijf Bockor niet aan de orde is. De brouwerij Bockor heeft een belangrijke invloed op de socio-economische geschiedenis en het ruimtelijk voorkomen van Bellegem. Dit wordt mee onderschreven door de inventaris bouwkundig erfgoed van de Vlaamse Overheid, waarbij de oude delen van de brouwerij als karakteristiek industrieel erfgoed

werden opgenomen. De historische brouwtoren heeft ook een hoge beeldkwaliteitswaarde en is een identiteitsbepalende landmark voor de dorpskern van Bellegem. Het volledig verhuizen van het bedrijf zou het dorp ontwrichten. Bovendien is een volledige verhuis fi nancieel niet haalbaar voor het bedrijf.

Het opsplitsen van de productie naar meerdere locaties is niet mogelijk. Het brouwproces vereist een nabijheid van de verschillende productiestappen. Deze geografi sch van elkaar verwijderen, maakt de bedrijfsvoering operationeel onmogelijk. Dit zou ernstige schade toebrengen aan de karakteristieke eigenschappen van de eigen brouwproducten. Het brouwen van speciaalbieren vraagt een specifi eke uitrusting/gebouwen, zoals bijvoorbeeld warme kamers voor hergisting, foeders (eikenhouten tonnen), speciale verpakkingen (six-packs, one-way). De verschillende productiestappen moeten in aansluiting van elkaar georganiseerd worden.

Nieuwe brouwzaal: • De huidige brouwzaal is gebouwd in 1948 en

laatst gemoderniseerd in 1997. De brouwketels zijn nog origineel. De “houdbaarheid“ van deze brouwketels is niet zo heel lang meer. Het risico mag niet genomen worden om te brouwen tot een kuip het begeeft. Stockbreuk kan de brouwerij zich niet veroorloven. Ombouw vergt maanden.

• De capaciteit van de huidige brouwzaal is max. 110.000 hl, dit wanneer 5 dagen wordt gewerkt in 3 ploegen. Bockor wenst de productie uit te breiden tot max. 200.000 hl, een volume dat bovendien kan gebrouwen worden in 2 ploegen. De nachtploeg zal worden stopgezet.

• De nieuwe brouwzaal met 5 of 6 brouwketels, met tanks voor water en grondstoffen, met voldoende manoeuvreer- en toegangsruimte rond het gebouw, zal een oppervlakte van min. 450 m² innemen.

• Zoals hierboven aangegeven, moet de nieuwe brouwzaal gebouwd worden in aansluiting bij de


Uitbreiding van het foederlokaal:Bockor wenst de capaciteit van eikenhouten foeders te verhogen om te kunnen blijven voldoen aan de vraag. Groeperen van deze foeders is een noodzaak om de kwaliteit te kunnen garanderen. De gevraagde uitbreiding langs de Rollegemsestraat is gekoppeld aan het huidig foederlokaal langs de Kwabrugstraat. Dus ook hier vormt de ruimtelijk-fysieke nabijheid het doorslaggevende argument voor de locatiekeuze.

C. Geen uitbreiding met inname van kwalitatieve open ruimte

Bij de uitbreiding die het bedrijf Bockor wenst te realiseren op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat wordt geen kwalitatieve open ruimte ingenomen. Het perceel van circa 0,39 ha was reeds in de juridisch vigerende toestand bestemd als woongebied (verfi jnd in BPA) en kon dus ook bebouwd worden. Bij de bestemmingswijziging naar bedrijvigheid gaat geen kwalitatieve open ruimte verloren. De bijkomende bedrijfsgebouwen (nieuwe brouwzaal en foederlokaal) en de extra parking zijn beperkt qua oppervlakte en volume en ze kunnen op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd worden in de ruimtelijke omgeving. Aan de westzijde wordt een groenscherm aangebracht om de parking ruimtelijk af te schermen t.o.v. de woningen aan de westzijde van de Kortestraat.

D. Geen uitbreiding met overdadig en te zwaar verkeer

De beperkte uitbreiding van de bedrijfssite in het centrum van Bellegem zal geen overdadig en te zwaar verkeer genereren. Zoals hierboven reeds werd omschreven, werd bij het RUP Bellegem Manpadstraat de mogelijkheid gecreëerd voor de inplanting van een nieuw depot en distributiepunt voor Bockor. Hierdoor kan een gunstig mobiliteitseffect worden gecreëerd voor het centrum van Bellegem.

andere bestaande afdelingen van de brouwerij. Maar de nieuwe brouwzaal kan niet gebouwd worden op de plaats van de huidige brouwzaal, omdat dit de continuïteit van het brouwen zou verstoren. Bij een afbraak en heropbouw zou het brouwproces enkele maanden stil liggen en dit is bedrijfstechnisch niet haalbaar. Bovendien is de aanwezige oppervlakte veel te beperkt (nu max. 120 m²). Het behouden van de historische brouwzaal opent bovendien mogelijkheden voor de vele bezoekers aan de brouwerij (het bezichtigen van de prachtige koperen ketels).

• Door de herorganisatie van het bedrijf, waarbij de distributie verhuist naar de Manpadstraat, komt een deel van de magazijnen leeg. Maar ook hier kan de nieuwe brouwzaal niet gebouwd worden. De vrijkomende oppervlakte bij verhuis is maximaal 1.500 m² (overdekt en niet overdekt). De groei van 100.000 hl naar 200.000 hl betekent ook een verdubbeling van het bottelen en afvullen van vaten. Hiervoor is ook meer ruimte nodig voor stockage van eigen leeggoed en tussenstock afgewerkte goederen. Om de beoogde volumes te kunnen brouwen, zullen bovendien op termijn bijkomende gisttanks moeten geplaatst worden op de brouwerijkoer, in het verlengde van de bestaande gistingskelder. De vrijgekomen oppervlakte van de magazijnen zal dus door andere elementen van het productieproces worden ingenomen.

• Het perceel aan de Kwabrugstraat, dat reeds in eigendom was van Bockor, vormt zo dus de enige mogelijkheid voor Bockor om de nieuwe brouwzaal te bouwen in aansluiting bij de andere bestaande afdelingen van de brouwerij en zo toch te voldoen aan de huidige vraag. Bovendien zou het openstellen van de historische brouwzaal een stimulans kunnen zijn voor het lokaal toerisme.


De tabel en de fi guur hiernaast geven een overzicht weer van het bestaande vrachtwagenverkeer en de mogelijke nieuwe situatie. De ontsluiting van het vrachtwagenverkeer gebeurt via de Bellegemsestraat naar de gewestweg N50 en zo richting het hogere wegennet. De bierbrouwerij van Bockor wordt in het centrum van Bellegem behouden en er kan een nieuw depot worden voorzien op de nieuwe KMO-zone aan de Manpadstraat. In de nieuwe toestand zou het aantal vrachtwagens in het centrum gehalveerd worden.

De nieuwe parking voor circa 25 auto’s, die Bockor wil realiseren aansluitend bij de bedrijfssite in het centrum van Bellegem, moet tegemoet komen aan de parkeerbehoeften voor zowel personeel als bezoekers. Deze kleine extra parking zal geen aanzienlijke mobiliteitseffecten genereren en kan, integendeel, de huidige parkeeroverlast op het openbaar domein gunstig beïnvloeden. En de smalle Kwabrugstraat kan ook onderbroken worden voor autoverkeer, wat het traag verkeer in het centrum van Bellegem ten goede komt.

De hele herorganisatie van Bockor, inclusief de gedeeltelijke verhuis naar de site aan de Manpadstraat, zou dus voor een verbetering van de verkeerssituatie zorgen.

Bestaande toestand (2012) van/naar brouwerij (Bellegem-centrum)64 Totaal aantal vrachtwagens per week 128 Totaal aantal vrachtwagenbewegingen (heen & weer) per week 26 Totaal aantal vrachtwagenbewegingen per weekdag

Nieuwe toestand van/naar brouwerij (Bellegem-centrum)32 Totaal aantal vrachtwagens per week64 Totaal aantal vrachtwagenbewegingen (heen & weer) per week13 Totaal aantal vrachtwagenbewegingen per weekdag

Nieuwe toestand van/naar nieuw depot (KMO-zone Manpadstraat)48 Totaal aantal vrachtwagens per week96 Totaal aantal vrachtwagenbewegingen (heen & weer) per week19 Totaal aantal vrachtwagenbewegingen per weekdag

Brouwerij Bockor

Depot Bockor in KMO-zone Manpadstraat


Conclusie: beperkte afwijking met respect voor de ruimtelijke draagkracht.

De afwijking t.o.v. de richtinggevende bepalingen van het GRS Kortrijk is beperkt in omvang en wordt gemotiveerd op basis van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoefte van de verschillende maatschappelijke activiteiten. De uitbreiding van brouwerij Bockor is noodzakelijk voor het bedrijf om aan de huidige marktvraag te blijven voldoen. Een verhuis is economisch en bedrijfstechnisch niet haalbaar en de beperkte uitbreiding dient te gebeuren op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat, de Rollegemsestraat en de Kortestraat. Hierbij wordt geen kwalitatieve open ruimte ingenomen en dit gaat niet gepaard met overdadig en te zwaar verkeer. De ruimtelijke draagkracht, de leefkwaliteit van de kern van Bellegem en de landschappelijke omgeving worden niet in het gedrang gebracht. Deze beperkte afwijking blijft in de geest van het GRS.


fi guur 24: Concepten plangebied RUP

Reliëf: werken met plateausHet gebied wordt gekenmerkt door een groot hoogteverschil. Door te werken met plateaus wordt rekening gehouden met het reliëf en kunnen nieuwe gebouwen ingepast worden in de bestaande context.

Het ontwerpen van plateaus creëert ook de mogelijkheid tot het organiseren van panoramische zichten op het landschap.

Zoals voorzien in het GRS Kortrijk, kan in het binnengebied tussen de Bellegemkerkdreef en Bellegemsestraat een ‘openbare verblijfsruimte’ worden gecreëerd. Door te werken met verschillende plateaus kan dit onder verschillende vormen worden uitgewerkt: een publiek plein, een fi ets- en voetgangersverbinding, een groenzone, ...

ProgrammaGlobaal onderscheiden we twee grote delen in het plangebied van het RUP:• Ten westen de bedrijfssite van brouwerij Bockor• ten oosten het bouwblok tussen Bellegemsestraat,

de Bellegemkerkdreef en de Dottenijsestraat (met wonen, gemeenschapsvoorzieningen en andere centrumfuncties)

Centraal tussen beide delen vormt de as van de Walleweg/Bellegemkerkdreef de structurerende drager van verschillende gemeenschapsvoorzieningen in het centrum van Bellegem: ten noorden het nieuwe ontmoetingscentrum, centraal Bellegemplaats met de kerk en ten zuiden langs de Bellegemkerkdreef de bestaande school en ruimte voor nieuwe gemeenschapsvoorzieningen. De vraag voor een nieuw woonzorgcentrum kan hieraan een mogelijke invulling geven.

De globale ruimtelijke opties worden vertaald in enkele concepten voor het plangebied van het RUP:• reliëf• programma• schaal• doorwaadbaarheid• autocirculatie


SchaalHet plangebied omvat ook twee schaalniveaus: • De kleine schaal van een woondorp in het

buitengebied van Kortrijk (i.c. woningen en kleinschalige centrumfuncties)

• En de grotere schaal van enkele bakens (grotere gebouwen) in het centrum van Bellegem zoals de kerk, de brouwerijtoren van Bockor en in mindere mate de recente uitbreiding van de school.

De toekomstige gemeenschapsvoorzieningen moeten zich inschrijven in de spanning tussen deze twee schaalniveaus.

DoorwaadbaarheidHet nieuwe dorpsweefsel vraagt een goed doordachte organisatie van het voetgangers- en fi etsverkeer op het terrein, aansluitend op bestaande wegen en paden.

Een kwalitatief dorpsweefsel bestaat uit een verscheidenheid aan publieke en semi-publieke ruimtes.

AutocirculatieHet plangebied moet ook voor gemotoriseerd verkeer bereikbaar zijn:• De Kortestraat zal gebruikt worden als

ontsluiting voor de bedrijfssite van Bockor, terwijl het noordelijk deel van de Kwabrugstraat zal onderbroken worden voor autoverkeer.

• De Dottenijsestraat en de Bellegemkerkdreef blijven behouden als lokale woonstraten.

• En vanaf de Bellegemkerkdreef kan een nieuwe autolus de zuidelijke vacante zone ontsluiten. Een semi-verharde weg functioneert als garageweg langs de achtertuinen van de woningen van de Dottenijsestraat en kan ook het noordelijke deel van het vacante binnengebied ontsluiten.


5.2. Ontwerpend onderzoek woonzorgcentrum

5.2.1. Concepten

Het woonzorgcentrum is een mogelijke invulling voor de nieuwe gemeenschapsvoorzieningen in de vacante zone ten noorden van de Bellegemkerkdreef. Het inpassen van een woonzorgcentrum in het dorpsweefsel van Bellegem werd onderworpen aan een ontwerpend onderzoek. Hierbij werd vooral aandacht geschonken aan het werken met de vijf concepten: reliëf, programma, schaal, doorwaadbaarheid en autocirculatie.

Legende

fi guur 25: Concepten binnengebied met woonzorgcentrum

ReliëfTussen de Bellegemsestraat en de Bellegemkerkdreef zijn er heel wat niveauverschillen. Er worden enkele plateaus gecreëerd om met dit reliëf om te gaan en om nieuwe gebouwen behoedzaam in te passen in de bestaande context.

Op de verschillende plateaus ontstaan verschillende verblijfsruimten en ook verschillende zichten. Het is immers de bedoeling dat men dankzij de plateauwerking op sommige plaatsen panoramische zichten kan behouden op het landschap ten zuiden van Bellegem.

Het werken met plateaus vergt wat grondverzet, maar dit zou steeds op een nuloperatie moeten uitdraaien, teneinde de kosten te drukken: uitgegraven grond dient afgezet te worden in het plangebied.

ProgrammaHet programma wordt georganiseerd volgens de plateaus.

In het noorden wordt een plein gecreëerd, afgeboord met nieuwe woningen.

Op het middelste plateau bevindt zich het woonzorgcentrum. Het woonzorgcentrum heeft een sterke interne logica, die enkele belangrijke ruimtelijke consequenties heeft:• minimumcapaciteit van 96 bedden, verdeeld over

3 bouwlagen• assistentiewoningen verbonden met het WZC• minimale loopafstand voor verplegend personeel

In het zuiden worden woningen gecombineerd met gemeenschapsfuncties (kleuterschool/crèche) en assistentiewoningen.


SchaalHet ontwerp voor het woonzorgcentrum en de woonuitbreiding dient zich in te schrijven in de bestaande spanning tussen de kleine schaal van een woondorp in het buitengebied van Kortrijk en de aanwezige grotere gebouwen zoals de kerk, de school en de brouwerij. Het woonzorgcentrum vormt een middenschaal (3 bouwlagen) en krijgt centraal een groter bouwelement (4 bouwlagen).

Tergelijkertijd wordt het afmaken van de bestaande bouwblokken naar voor geschoven als mechanisme voor verdichting en inbreiding.

DoorwaadbaarheidVerschillende paden en wegen maken het binnengebied goed doorwaadbaar voor voetgangers en fi etsers.

Aan deze trage wegen worden publieke en semi-publieke ruimtes gekoppeld.

En via de Bellegemkerkdreef vindt men de aansluiting met Bellegemplaats waar er bushaltes zijn. Bij het woonzorgcentrum worden ook fi etsenstallingen voorzien voor personeel en bezoekers.

AutocirculatieEen autolus ontsluit het zuidelijke woonplein en het woonzorgcentrum, terwijl een semi-verharde weg functioneert als garageweg en het noordelijke plateau bereikbaar maakt voor (nood)diensten.

De voorziene parking moet multifunctioneel gebruik toelaten: het personeel en de bezoekers van het woonzorgcentrum, bewoners en voor de school.

Legende LegendeLegende

bouwblok afwerken

woonzorgcentrum (middenschaal)

kleinschalig woonweefsel

grotere bouwelementen


5.2.2. Inrichtingsvoorstel

Disclaimer:

Hierna wordt een mogelijk voorstel weergegeven voor de inrichting van het binnengebied tussen de Bellegemkerkdreef en Bellegemsestraat. Dit is dus een eerste ontwerpmatig onderzoek, dat een ruimtelijke vertaling is van de globale concepten. Toekomstige architectuurplannen kunnen dit verder verfi jnen of een variabele uitwerking geven.

Het inrichtingsvoorstel wordt toegelicht a.h.v. de verschillende ‘plateaus’ (van hoog naar laag).

De schema’s links geven telkens de programmatorische invulling weer.

De plannen rechts tonen de gedetailleerde inrichting.


fi guur 26: Woonproject achtertuinen Bellegemsestraat

Een twaalftal nieuwe wooneenheden worden voorzien aan het einde van de diepe tuinen van de percelen gelegen langs de Bellegemsestraat. Deze zone is lichtelijk opgehoogd, waardoor de woningen zich op een plint bevinden t.o.v. het aanpalende zuidelijke plein.


fi guur 27: Noordplein

Een verhard plein vormt de verbinding van de Bellegemkerkdreef en de Dottenijsestraat. Het plein wordt ‘opgeladen’ door de bestaande gemeentelijke school, de nieuwe residentiële ontwikkelingen en een deel van het woonzorgcentrum.

Door het inwerken van het WZC krijgt de eerste verdieping van het centrum dit plein als buitenruimte, terwijl het autoluwe karakter wordt verzekerd door het feit dat wagens in de ondergrondse parking worden gehouden. Een rechtstreekse verbinding wordt voorzien tussen de woningen en de parking.

Een waterpartij combineert waterafvoer en pleinmeubilair.

Het plein zou kunnen worden aangelegd met rode kleiklinkers, refererend naar het materiaalgebruik die ook bij de herinrichting van Bellegemplaats werd gebruikt.


fi guur 28: Woonzorgplein

Het woonzorgplein bevindt zich op hetzelfde niveau als de speelruimte van de school. Hierdoor kan het plein zowel door de school als het woonzorgcentrum gebruikt worden, terwijl de waterpartij toch voor enige afscheiding zorgt.

De inplanting van het woonzorgcentrum en de overkraging zorgen voor een opdeling van het plein in twee kleinere delen, meer op maat van het dorp. Het westelijk deel van het plein vormt de offi ciële ingang van het woonzorgcentrum; het oostelijk plein geeft collectieve buitenruimte voor de WZC-bewoners.

Groene hellingen zorgen voor verbindingen tussen de verschillende niveaus, terwijl de overkapping van de parking zorgt voor een plein met een panoramisch zicht.


fi guur 29: Woonerf

Het woonerf bestaat uit een lus voor autoverkeer vanaf de Bellegemkerkdreef. Deze functioneert ook als toegang tot de (half)ondergrondse parking. Een voetweg biedt een alternatief voor traag verkeer.

Ten noorden van het woonerf bevindt zich het nieuwe woonzorgcentrum; ten zuiden enkele aanleunwoningen.

Ten zuidoosten wordt het bouwblok afgewerkt met een 7-tal nieuwe wooneenheden. In het zuidwesten articuleert de kleuterschool/crèche de andere hoek van het bouwblok.

De parking wordt uitgegraven onder het woonzorgcentrum en de aanpalende pleinen en staat in verbinding met de noordelijke, nieuwe woningen.


Legende

aaneengesloten eengezinswoningen (afwerken

bouwblok)

woonzorgcentrum (lager deel: 2 en 3

bouwlagen)

kleinschalig woonweefsel (aanleunwoningen &

bungalows)

gemeenschapsvoorzieningen (grotere

bouwelementen: school, crèche en toren van

woonzorgcentrum)

verharde open ruimte

onverharde (tuin)ruimte

fi guur 30: Ontwerpvoorstel woonzorgcentrum Bellegem


5.2.3. Synthese ontwerp woonzorgcentrum

Het ontwerpvoorstel voor het nieuwe woonzorgcentrum gaat uit van een duurzame inrichting van het binnengebied, waarbij het werken met het reliëf, de schaal, het programma en de doorwaadbaarheid maatgevend zijn. Het wooncentrum wordt niet beschouwd als een vreemde afgesloten enclave, maar als een waardevolle toevoeging aan het dorpsweefsel van Bellegem. De nieuwe pleinen en voetgangersverbindingen creëren een geheel van publieke en semi-publieke ruimtes, die zowel voor de gebruikers van het woonzorgcentrum, de school als andere dorpsbewoners toegankelijk kunnen zijn. De nieuwe aanpalende woonprojecten zorgen voor een zachte verweving van het woonzorgcentrum met het bestaande woonweefsel.


schaal: 1/15.000

5.2.4. Fasering

Fase korte termijn

Een deel van de nieuwe noordelijke woningen bevinden zich op private eigendommen (percelen ten noordoosten). Waarschijnlijk zullen zij pas in een latere fase ontwikkeld worden.

De andere gronden bevinden zich op gronden van de Kerkfabriek of kunnen verworven worden door het OCMW; zij kunnen wel ontwikkeld worden in een eerste fase.

Het Noordplein wordt in deze eventuele eerste fase gedeeltelijk ontwikkeld. Enkel het gedeelte boven de parkeergarage wordt verhard, de overige ruimte kan ingericht worden als een parkje.


schaal: 1/15.000

Fase langere termijn

In een latere fase kunnen de noordoostelijke woningen ontwikkeld worden en kan de rest van het plein aangelegd worden.


fi guur 31: Globale ruimtelijke opties herorganisatie Bockor

schaal: 1/1.000

Legende


het noordelijk deel van de Kwabrugstraat heringericht worden als een verblijfsruimte, waar bezoekers van de brouwerij kunnen onthaald worden. Doorgaand autoverkeer wordt verhinderd, maar een fi ets- en wandeldoorgang blijft verzekerd. Enkele bestaande garages in dit noordelijk deel van de Kwabrugstraat moeten bereikbaar blijven.

Bijgevolg zal de Kortestraat met twee rijrichtingen moeten aansluiten op de as Rollegemsestraat-Bellegemplaats. Het profi el moet verbreed worden om beide rijrichtingen te kunnen herbergen, gecombineerd met een bushalte en ruimte voor parkeren en een voetpad voor de woningen. Hiervoor staat Bockor een deel van zijn eigendom af en voorziet het bedrijf zelf in de aanleg van een nieuw groenscherm van 5 meter breed aan de Kortestraat. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de zichtbaarheid bij het oprijden van de Rollegemsestraat. Een deel van de bestaande groenberm dient afgevlakt te worden en overwoekerend groen dient vermeden te worden, omdat dit de zichtbaarheid op het kruispunt belemmert.

5.3. Herorganisatie van brouwerij Bockor

Brouwerij Bockor wil zich herorganiseren, waarbij een groot deel van de distributie en opslagruimte, dat zich momenteel nog bevindt in het centrum van Bellegem, zullen verhuizen naar de KMO-zone aan de Manpadstraat. Hierdoor zal het aantal vrachtwagenbewegingen doorheen het dorpcentrum sterk afnemen (zie hierboven - globale ruimtelijke opties).

De bestaande site van Bockor in het centrum van Bellegem kan worden gereorganiseerd, waarbij in hoofdzaak zal worden gefocust op de bierbrouwerij, de kantoor- en onthaalfaciliteiten van Bockor.

Op het driehoekvormig perceel tussen de Kwabrugstraat en de Kortestraat, dat in eigendom is van Bockor, kan men naast een bestaande loods nog een extra brouwzaal en een foederlokaal bouwen om tegemoet te komen aan de stijgende ruimtebehoefte voor de eigen brouwactiviteiten (vooral te wijten aan het succes van het biermerk Omer). Deze nieuwe ruimtes dienen in de nabijheid van de bestaande brouwerij gebouwd te worden vanwege het productieproces. Het betreft hier brouwen rijpingsactiviteiten die geen bijzondere hinder met zich meebrengen. Transparante gevels zullen het brouwproces ook visueel zichtbaar maken in het straatbeeld. De brouwerij Bockor is immers een belangrijk bedrijf en een beeldbepalend gebouwencomplex, dat de geschiedenis en identiteit van het dorp Bellegem mede heeft gekleurd. En men wil deze traditie ook in de architectuur van de nieuwbouw veruitwendigen.

Er is ook ruimte voor een nieuwe parking van circa 25 auto’s, zowel voor personeel als bezoekers. Hierdoor kan de huidige parkeeroverlast op het openbaar domein worden tegengegaan. En in het voorstel zou


6 . T e c h n i s c h e s c r e e n i n g

6.1. Screening plan-MER

6.1.1. Situering

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht want:1. Het RUP vormt het kader voor de toekenning

van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het m.e.r.-besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (zoals gewijzigd op 1 maart 2013), namelijk voor de rubriek 10b ‘stadsontwikkeling’ van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Het RUP is dus screeningsgerechtigd.

2. Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist volgens het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de plan-MER-plicht, maar wel screeningsgerechtigd is, wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

6.1.2. Basisinformatie m.b.t. de screening

In functie van de inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten voor de verschillende effectdisciplines wordt naast de kaarten onder de

hoofdstukken feitelijke en juridische toestand en de watertoets onder andere gebruik gemaakt van volgend kaartmateriaal: • biologische waarderingskaart• landschapsatlas: relictzones, ankerplaatsen,

lijnrelicten• bodemkaart• seveso-bedrijven• kaart grondwaterstromingsgevoelige gebieden• kaart infi ltratiegevoelige bodems• kaart waterlopen• zoneringsplan


0 250 500 Meters

Heuvelstreek Zwevegem - Kooigem - Ingooigem

biologische waarderingskaart landschapsatlas

sevesobedrijvenbodemkaart

0 0,5 1 Kilometers

Legende

plangebied

biologische waarderingskaart

landschapsatlas

bodemkaart

sevesobedrijven

ankerplaatsenlijnrelikten

% puntreliktenreliktenzonetraditionele landschappen

zie plan!

Faunistisch belangrijk gebiedbiologisch minder waardevolcomplex van biologisch minder waardevolle enwaardevolle elementen

complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen

complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementenbiologisch waardevolcomplex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch zeer waardevol

01. Antropogeen09. Nat zandleem10. Vochtig zandleem11. Droge zandleem

15. Natte klei16. Vochtige klei

12. Natte leem13. Vochtige leem

17. Droge klei

fi guur 32: Kaarten plan-MER screening (deel 1)

schaal: 1/20.000


0 250 500 Meters

waterlopen grondwaterstromingsgevoelige gebieden

infiltratiegevoelige bodems zoneringsplan

Legende

plangebied

bron: Agiv

grondwaterstromingsgevoelige gebieden

geen informatie beschikbaar

zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1)

matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)

weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)

infiltratiegevoelige bodems

niet infiltratiegevoelig

infiltratiegevoelig

centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation)

individueel te optimaliseren buitengebied(individuele zuiveringsinstallatie te voorzienop eigen perceel)

collectief geoptimaliseerd buitengebied(reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation)

collectief te optimaliseren buitengebied(nog te berioleren, en/of aan te sluitenop zuiveringsstation)

zoneringsplan

waterlopen

bevaarbare waterlopen

beek categorie 1

beek categorie 2

beek categorie 3

niet-gecatalogeerde beek

fi guur 33: Kaarten plan-MER screening (deel 2)

schaal: 1/20.000


6.1.3. Verloop procedure

Voor het voorliggende RUP is het onderzoek tot milieueffectenrapportage afgerond. Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden. Bijgevolg wordt voorgesteld ontheffi ng te verlenen tot opmaak van een plan-MER.

De dienst MER heeft op 30 augustus 2013 formeel beslist dat er geen plan-MER dient opgemaakt te worden.

Volgende stappen werden doorlopen:• verzoek tot raadpleging opstellen,• verzoek tot raadpleging opsturen naar de

bevoegde instanties,• coördineren van de adviezen,• einddossier overmaken aan de dienst MER, • beslissing dienst MER op 30 augustus 2013,• openbaarmaking van de beslissing van de dienst

MER.

De nota ‘‘onderzoek tot plan-MER plicht’’ is terug te vinden in bijlage.


6.2. Watertoets

6.2.1. Watertoetskaart

Volgens de watertoetskaart (zoals vastgelegd bij besluit van de Vlaamse Regering 14 oktober 2011) is het plangebied van het RUP niet overstromingsgevoelig. In het zuiden van het plangebied is een kleine oppervlakte gelegen langs de Bellegemkerkdreef ‘mogelijk overstromingsgevoelig’.

Binnen het plangebied liggen geen erkende, gecategoriseerde waterlopen.

6.2.2. Plankenmerken

Bij de geplande bouwprojecten in het plangebied zullen gepaste maatregelen moeten genomen worden in functie van de vertraagde afvoer van het hemelwater, bvb. door de aanleg van hemelwaterputten, infi ltratiezones en/of waterbufferbekkens.

6.2.3. Conclusie watertoets

Het plangebied is niet gelegen in een effectief overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient te worden geoordeeld dat het schadelijk effect bij de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen beperkt is.

De eventuele toename van de bebouwde en/of verharde oppervlakte zal moeten worden gecompenseerd overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infi ltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake. Elke vergunningsaanvraag moet beantwoorden aan deze

vereisten.

Deze randvoorwaarden vanuit de watertoets worden in het RUP verordenend verankerd.


0 250 500 Meters

Legende

plangebied

overstromingsgevoelige gebieden

niet overstromingsgevoelig

effectief overstromingsgevoelig

mogelijk overstromingsgevoelig

waterlopen

bevaarbare waterlopen

beek categorie 1

beek categorie 2

beek categorie 3

niet-gecatalogeerde beek

fi guur 34: Watertoetskaart

schaal: 1/10.000

Opmerking: Hiernaast werd de nieuwe, geactualiseerde kaart van de overstromingsgevoelige gebieden, die geldt vanaf 1 maart 2012, opgenomen.


6.3. Beoordeling nabijheid Seveso-bedrijven

Gelet op het feit dat:• er in het plangebied geen Seveso-inrichtingen

aanwezig zijn en zullen mogelijk zijn;• er binnen een perimeter van 2 km rond het

plangebied geen Seveso-inrichting aanwezig is

stelt er zich op het vlak van de externe mensveiligheid geen probleem.

6.4. Buurtwegentoets

Volgens de atlas der buurtwegen loopt de ‘sentier’ nr. 34 door het plangebied. Deze buurtweg loopt samen met de Bellegemkerkdreef en zal dus als openbare weg in het RUP verankerd worden.

Op het verordenend plan zullen ook nog twee andere fi ets- en voetgangersverbindingen verankerd worden.


fi guur 35: Atlas der buurtwegen

schaal: 1/5.0000 100 200 Meters


7 . R u i m t e b a l a n s

nr bestemming gewestplan

bestemming RUP opp.

1 hoofdcategorie: gemeenschaps- en nutsvoorzieningen

hoofdcategorie: wonen (zone voor centrumfuncties)

0,15 ha

2 hoofdcategorie: woongebied

hoofdcategorie: bedrijvigheid

0,39 ha

3 hoofdcategorie: woongebied

hoofdcategorie: gemeenschaps- en nutsvoorzieningen

0,87 ha

8 . P l a n b a t e n , p l a n s c h a d e , k a p i t a a l s c h a d e o f g e b r u i k e r s c o m p e n s a t i e

Conform Art. 2.2.2. §1, 7 van de Vlaamse Codex dient er in voorkomend geval, een register opgenomen te worden, al dan niet grafi sch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffi ng, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid.

De percelen die mogelijks in aanmerking kunnen komen voor planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikerscompensatie worden bepaald

door de kaartlaag met bestemmingen voor de inwerkingtreding van het RUP, te vergelijken met de kaartlaag met de bestemmingen die in dit RUP worden voorzien.

Deze aanduiding is puur informatief en planologisch van aard. Er is geen onderzoek gebeurd naar de eigendomsstructuur, mogelijke vrijstellingen of uitzonderingsgronden.

Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbatenOp basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen volgende delen in aanmerking voor planbaten:1. van gemeenschaps- en nutsvoorzieningen naar wonen

Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planschadeOp basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen volgende delen in aanmerking voor planschade:2. van wonen naar bedrijvigheid3. van wonen naar gemeenschaps- en nutsvoorzieningen

Percelen die in aanmerking kunnen komen voor kapitaalschade of gebruikerscompensatieOp basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen geen percelen in aanmerking voor kapitaalschade en/of gebruikerscompensatie.

Disclaimer bij de kaart ‘planbaten, planschade,

kapitaalschade & gebruikerscompensatie:

Deze kaart is het register, zoals bedoeld in artikel

2.2.2. §1, eerste lid, 7° en 8° van de Vlaamse Codex

Ruimtelijke Ordening, van de percelen waarop een

bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan

geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffi ng, een

kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie.

Dit register geeft, conform de geciteerde wetgeving, de

percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die

aanleiding kan geven tot vergoeding of heffi ng. De opname

van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een

heffi ng zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden

verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden,

uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval

beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven

over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of

vrijstellingsgronden.

De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1

en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De regeling over de planbatenheffi ng is te vinden in artikel

2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

Ordening. De regeling over de kapitaalschade is te vinden

in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart

2009 betreffende het gronden pandenbeleid. De regeling

over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet

van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader

voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen,

overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De tekst

van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet

gronden pandenbeleid kan geraadpleegd worden op www.

ruimtelijkeordening.be, rubriek wetgeving. De tekst van het

decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op

www.codex.vlaanderen.be, zoekterm “gebruikerscompensatie”.

Dit register werd aangemaakt door het plan zoals het gold

vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het

huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografi sche

ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in

het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale

vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met

dat voorbehoud geraadpleegd worden.”


3

2

1

1

0 50 100 Meters

fi guur 36: Grafi sch register planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikerscompensatie

Legende

Disclaimer: zie vorige pagina

schaal: 1/2.500

plangebied

Disclaimer: deze kaart is louter informatief en doet geenrechten noch plichten ontstaan.

Planbaten

van wonen naar bedrijvigheid

1

2

Planschade

van gemeenschaps- en nutsvoor-zieningen naar wonen

van wonen naar gemeenschaps- ennutsvoorzieningen

Ondergrond: GBK januari 2012 (met aanvulling gebouwen)

3


1 0 . V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n

schaal: 1/2.000

9 . O p t e h e f f e n s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

Bij het van kracht worden van dit RUP worden de stedenbouwkundige voorschriften van volgende bijzondere plannen van aanleg opgeheven binnen de begrenzing van het plangebied: • BPA Bellegem nr. 005a ‘Centrum Zuid’ (juni 1976)• BPA Bellegem nr. 003c ‘Nieuwstraat’ (februari

1984)• BPA Bellegem nr. 003d ‘Nieuwstraat’ (april 2000)• BPA Bellegem nr. 002b ‘Zwingelweg’ (juni 1989).

Het betreft gedetailleerde BPA-voorschriften die vallen onder de bestemmingscategorieën woongebied, gemeenschapsvoorzieningen en bedrijvigheid.

Volgende verkavelingsvergunningen vervallen bij het van kracht worden van dit ruimtelijk uitvoeringsplan:• VK BEL 018• VK BEL 084• VK BEL 035 (deel binnen het plangebied van dit

RUP)

plangebied

Ondergrond: GBK januari 2012 (met aanvulling gebouwen)

zones

bouwkundig erfgoed (indicatief)

zone voor centrumfuncties

zone voor wonen met beperkte nevenfuncties

zone voor gemeenschapsvoorzieningen

zone voor bedrijvigheid

zone voor openbare wegenis

aslijn voor erftoegangsweg (indicatief)

aslijn voor fiets- en wandelverbinding (indicatief)

groene bufferstrook (indicatief)

1

2

3

4

5

6

overdrukken

op te heffen verkavelingen

7

8

9

10

11

garageweg en fiets- en wandelverbinding (indicatief)

beschermd monument (indicatief)

12


fi guur 37: Verordenend grafi sch plan

1

5

5

5

22

8

12

12

12

BELLEGEMKERKDREEF

KW

AB

RU

GSTR

AAT

3

5

4

3

2

3 14

1

1

7

8

9

8

7

6

KWAB

RUG

STRA

AT

BELLEGEMSESTRAAT

STRAATJE

BEL

LEG

EMK

ERKD

REE

F

DO

TTEN

IJSE

STR

AAT

BELLEGEMPLAATS

MO

LEND

AM

KORT

ESTR

AAT

GROENWEG

JULES BAERTSTRAAT

WALL

EWEG

KLOOST

ERDRE

EF

ROLLEGEMSESTRAAT

0 50 100 Meters


1 1 . V e r o r d e n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

Enkel de tekst in de kolom ‘verordenende voorschriften’ is bindend. De tekst in kolom ‘toelichting’ dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen, maar zijn niet verordenend. De toelichting dient als interpretatiekader. De algemene voorschriften gelden voor alle bestemmingszones. In de zones waar de inhoud van een voorschrift geen onderwerp uitmaakt van de betreffende zone is dit voorschrift logischerwijs niet van toepassing.

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

0. Algemene voorschriften

0.1 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid

Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bij elke nieuwe ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren. Volgende aandachtspunten zijn belangrijk: beeldkwaliteit - waarbij extra aandacht uitgaat naar het waardevolle dorpszicht in de kern van Bellegem - , kwalitatief openbaar domein, zuinig en compact ruimtegebruik, inpassing in de landschappelijke context - met extra aandacht voor het aanwezige reliëf, impact op de verkeerssituatie, kwalitatief materiaalgebruik, privacy, bezonning en het beperken van de verstrooiing van verlichting.

Bij de beoordeling van elke vergunningsaanvraag blijft ruimtelijke kwaliteit het belangrijkste criterium. Het is aan de desbetreffende bevoegde overheid om hierover te waken.

0.2 Constructies en inrichtingen van openbaar nut

Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen van openbaar nut toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone.

Enkel omwille van ‘algemeen belang’ kunnen constructies en inrichtingen van openbaar nut afwijken van de gestelde voorwaarden in de betreffende zone.

Voorbeelden van constructies en inrichtingen van openbaar nut: straatverlichting, straatmeubilair, bushaltes, gas- of elektriciteitscabines, waterbufferbekkens, waterinfi ltratiezones, regenwaterputten, rioleringen en andere ondergrondse constructies, ...


0.3 Integraal waterbeheer en waterhuishouding

Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer zonder een abnormale belasting van het watersysteem. In het bijzonder wordt gewerkt via het principe van vertraagde afvoer van het hemelwater waarbij de volgende hiërarchie wordt gevolgd: opvangen hemelwater voor herbruik, infi ltratie in de grond, buffering van het verzamelde regenwater.

Alle handelingen met betrekking tot integraal waterbeheer zijn vergunbaar binnen alle bestemmingszones van het RUP voor zover ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone.

Elke vergunningsaanvraag moet beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, infi ltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake.

0.4 Constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energieBinnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone.

Voorbeelden van constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie zijn onder meer fotovoltaïsche panelen, zonneboiler, alternatief verwarmingssysteem d.m.v. warmtekrachtkoppeling, warmtepompen, warmtenetten, ...



Zone 1: zone voor centrumfuncties hoofdcategorie: wonen

1.1 BestemmingDe zone is bestemd voor centrumfuncties.

Volgende functies zijn toegelaten zowel als hoofdfunctie als nevenfunctie: wonen, handel, horeca, kantoren, diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, socio-culturele en recreatieve voorzieningen, openbare en private groene en verharde ruimten.

Deze centrumfuncties mogen de schaal en de draagkracht van de kern van Bellegem niet overschrijden.

Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, ...Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voet- en fi etspaden, … Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen, …Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden, ...Gemeenschapsvoorzieningen: school, kindercrèche, buurthuis voor senioren, woonzorgcentrum, voorzieningen voor jeugdwerking, gemeenschapshuis, volkstuintjes, ...Kleinhandel: voedingzaak, kledingzaak, buurtwinkel, bakker, ...Horeca: hotel, restaurant, café, bed & breakfast, ...Kantoren en diensten: kapsalon, verzekeringsmakelaar, huisarts, ...Recreatieve voorzieningen: (indoor)speelplein, sportvelden, ...

1.2 Bouwvoorschriften• De gebouwen zijn maximum 3 bewoonbare bouwlagen hoog. De

dakvorm is vrij te kiezen, maar een vierde bewoonbare bouwlaag in het dakvolume is niet toegelaten.

• De bestaande kerk op Bellegemplaats is hoger en moet uiteraard als hoger markant volume en beschermd monument behouden worden.

• Eén bijkomende ondergrondse bouwlaag is toegelaten. • Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog.

Richtinggevend wordt meegegeven dat een gelijkgrondse bouwlaag een maximale bruto-hoogte heeft van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto-hoogte van 3,5 m.

Een ondergrondse bouwlaag is bijvoorbeeld een bergingskelder.

Een bijgebouw is een volume losstaand van het hoofdgebouw (hoofdvolume en nevenvolume) opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages, serres, ...



Zone 2: zone voor wonen met beperkte nevenfuncties

hoofdcategorie: wonen

2.1 BestemmingDe zone is bestemd voor wonen met beperkte nevenfuncties. Binnen deze zone vormen wonen en de bijhorende openbare en private groene en verharde ruimten de hoofdfuncties.

Binnen de zone zijn ook volgende nevenfuncties toegelaten: kantoren, diensten, lokale handel.

De oppervlakte van een nevenfunctie bedraagt minder dan de helft van de totale bruto-vloeroppervlakte van het volledige hoofdgebouw. Enkel nevenfuncties, inpasbaar in de omgeving en met een beperkte verkeersaantrekking worden toegelaten. De nevenfuncties zijn niet toegelaten in bijgebouwen.

Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, ...

Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voet- en fi etspaden, … Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen, …

Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden, ...

Kantoren en diensten: kapsalon, verzekeringsmakelaar, huisarts, ...

Lokale handel: bakker, slager, ...

2.2 Bouwvoorschriften• Het hoofdvolume bedraagt maximum 2 bouwlagen + een dakverdieping.

De dakverdieping kan worden voorzien onder een hellend dak of onder een plat dak met teruggetrokken bouwlijn. Een dakverdieping met een plat dak moet binnen het gabariet van een denkbeeldig hellend dak blijven. De dakvorm is vrij te kiezen.

• Eén bijkomende ondergrondse bouwlaag is toegelaten. • Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog.

Richtinggevend wordt meegegeven dat een gelijkgrondse bouwlaag een maximale bruto hoogte heeft van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto hoogte van 3,5 m.

Een ondergrondse bouwlaag is bijvoorbeeld een bergingskelder.

Een bijgebouw is een volume losstaand van het hoofdgebouw (hoofdvolume en nevenvolume) opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages, serres, ...



Zone 3: zone voor gemeenschapsvoorzieningen

hoofdcategorie: gemeenschaps- en nutsvoorzieningen

3.1 De zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen.

Alle werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten.

Onder de bestemming van gemeenschapsvoorzieningen worden ook inherent volgende functies toegelaten: • Assistentie- of aanleunwoningen, die functioneel gerelateerd zijn

aan een woonzorgcentrum• Openbare en private groene en verharde ruimten

Gemeenschapsvoorzieningen: school, kindercrèche, buurthuis voor senioren, woonzorgcentrum, voorzieningen voor jeugdwerking, gemeenschapshuis, volkstuintjes, ...

De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk.

3.2 Bouwvoorschriften• De gebouwen zijn maximum 3 bouwlagen hoog. De dakvorm is

vrij te kiezen. • In aansluiting bij bestaande private woonpercelen moet het

aantal bouwlagen beperkt worden en moet de inplanting van gebouwen op een oordeelkundige wijze gebeuren (voldoende afstand houden t.o.v. private tuinen).

• Eén bijkomende ondergrondse bouwlaag is toegelaten.

Centraal in het binnengebied is één accent van maximum 4 bouwlagen en maximum 500 m² grondoppervlakte toegelaten in functie van gemeenschapvoorzieningen. Dit maximum van 4 bouwlagen moet steeds beoordeeld worden op basis van volgende parameters:• impact op het landschap;• impact op het dorpszicht van Bellegem centrum;• verhouding tot de andere accenten (brouwerijtoren, kerk,...);• inplanting in relatie tot het reliëf.

Richtinggevend wordt meegegeven dat een gelijkgrondse bouwlaag een maximale bruto-hoogte heeft van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto-hoogte van 3,5 m.

Een ondergrondse bouwlaag is bijvoorbeeld een bergingskelder of parkeergarage.

Het beoordelen van de goede plaatselijke ruimtelijke ordening gebeurt op basis van de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.



3.3 Openbare verblijfsruimteBinnen deze zone moet een openbare verblijfsruimte worden gerealiseerd, die beantwoordt aan volgende inrichtingsprincipes:• De oppervlakte moet van voldoende omvang zijn om de rol van

openbare verblijfsruimte op te nemen. • Een groot aandeel van deze oppervlakte dient groen ingericht te

worden. • De zone moet een goede doorwaadbaarheid voor fi etsers en

voetgangers verkrijgen. Minimaal dient de nieuwe openbare verblijfsruimte gekoppeld te worden aan de aslijn voor fi ets- en wandelverbinding (west-oost).

• De inrichting van de openbare verblijfsruimte moet het recreatief medegebruik van de zone ondersteunen.

• De openbare verblijfsruimte moet één of meerdere doorzichten bieden op het landschap ten zuiden van Bellegem. Hierbij moet men gebruik maken van de bestaande niveauverschillen van het terrein.

De openbare verblijfsruimte moet overwegend groen ingericht worden, maar naast het groen kunnen ook bvb. een publiek plein, een speelzone en fi ets- en wandelverbindingen deel uit maken van de nieuwe openbare verblijfsruimte.

De openbare verblijfsruimte kan fungeren als een “verbindende buitenruimte” bij de bestaande school, het nieuwe woonzorgcentrum, maar ook gebruikt worden door andere bewoners voor zacht recreatief medegebruik. Dit verhoogt de sociale contacten tussen de verschillende bewonersgroepen.

In het GRS Kortrijk wordt een groenzone van 0.6 ha (richtcijfer) voorgesteld. Bij de beoordeling van de bouwaanvraag zal rekening gehouden worden met het richtcijfer en het groene karakter voorzien in het GRS. Afwijkingen zijn mogelijk, maar dienen voldoende onderbouwd te worden.

3.4 Parkeervoorzieningen Voor de gemeenschapsvoorzieningen dienen voldoende parkeerplaatsen en fi etsenstallingen te worden aangelegd, om te voldoen aan de eigen parkeerbehoeften. Er moet een overzicht van de parkeerbehoefte en het parkeeraanbod worden gemotiveerd in een parkeernota, die bij de vergunningsaanvraag moet worden gevoegd. Deze nota is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.



3.5 InrichtingsstudieBij elke vergunningsaanvraag voor nieuwe constructies en gebouwen wordt een inrichtingsstudie gevoegd. Hierin moet ten minste aandacht worden besteed aan: • Het effi ciënt ruimtegebruik. • Het effi ciënt en kwalitatief omgaan met bestaande

reliëfverschillen. • De relatie met de aanpalende zones.• De inplanting, inrichting en ruimtelijke integratie van de

constructies en gebouwen in de omgeving.• De kwalitatieve inrichting van onbebouwde delen van de zone,

met de nodige aandacht voor de openbare verblijfsruimte.• De relatie met de fi ets- en wandelverbindingen.• De doorzichten in het gebied.• De invloed op de mobiliteit, de verkeersontsluiting en het

parkeren. De parkeerbehoefte en het parkeeraanbod moeten worden gemotiveerd.

De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid vraagt dat bij het ontwikkelen van het centrale en oostelijke, nog onbebouwde deel van de zone de initiatiefnemer een archeologisch vooronderzoek laat uitvoeren, voorafgaand aan de infrastructuur- en bouwwerken.

Het doel van archeologisch vooronderzoek bestaat erin na te gaan of zich op het betrokken terrein al dan niet archeologisch erfgoed bevindt. Indien het terrein relevante archeologische sporen bevat, dan bepaalt het Agentschap Onroerend Erfgoed of er dient te worden overgegaan tot een archeologisch vervolgonderzoek.



Zone 4: zone voor bedrijvigheid hoofdcategorie: bedrijvigheid

4.1 BestemmingDe zone is bestemd voor het behoud en de uitbreiding van een bierbrouwerij en aanverwante activiteiten.

Seveso-inrichtingen zijn niet toegelaten.

Volgende ondergeschikte activiteiten worden toegelaten:• Kantoren, detailhandel, een bezoekerscentrum en toonzalen met

beperkte vloeroppervlakte, ondergeschikt en gekoppeld aan de hoofdactiviteit van het bedrijf.

• Inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel van maximaal 200 m² vloeroppervlakte zijn toegelaten, indien mogelijk geïntegreerd bij de bedrijfsgebouwen. In specifi eke gevallen kan onder bewakingspersoneel ook de eigenaar, een zaakvoerder of kaderlid worden begrepen, voor zover diens aanwezigheid nuttig of nodig is voor de bewaking en voor de veiligheid van het bedrijf.

De bierbrouwerij Bockor is een beeldbepalend bedrijf in Bellegem.

De Dienst Veiligheidsrapportering van LNE omschrijft het verbod op Seveso-inrichtingen als volgt: “Inplanting van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 3 van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, is niet toegelaten”.

4.2 InrichtingsstudieBij elke vergunningsaanvraag voor nieuwe constructies en gebouwen wordt een inrichtingsstudie gevoegd. Hierin moet ten minste aandacht worden besteed aan: • Het effi ciënt ruimtegebruik • Het effi ciënt omgaan met bestaande reliëfverschillen • De relatie met de aanpalende zones• Een kwaliteitsvolle aanleg van het bedrijfsperceel en afwerking van

de bedrijfsgebouwen• Het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit

toelaat• Voldoende ruimte voor het parkeren, stationeren en manoeuvreren

van personen- en vrachtwagens op eigen terrein• Maatregelen voor het behoud van het waterbergend vermogen• Impact op de mobiliteit en verkeersleefbaarheid

Voor de maatregelen voor het behoud van het waterbergend vermogen wordt ondermeer verwezen naar de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infi ltratievoorzieningen en buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en regenwater.



De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

4.3 Het bedrijf is verplicht op eigen privaat terrein voldoende parkeerruimte, stationeerruimte en circulatieruimte aan te leggen voor alle wagens van het bedrijf, het personeel en de bezoekers, zowel voor personenwagens als voor bestel- en vrachtwagens.

Het bedrijf wordt ook verplicht om op eigen privaat terrein voldoende en kwaliteitsvolle stallingsruimte te voorzien voor fi etsers, zo dicht mogelijk bij de toegang(en) tot het bedrijfsgebouw.

4.4 Het bedrijf is verplicht bijzondere aandacht te besteden aan de architecturale kwaliteit van het geheel van zijn gebouwen. De gebouwen dienen op goede wijze geïntegreerd te worden in de ruimere omgeving.

4.5 De opslag van goederen dient maximaal binnen de bedrijfsgebouwen georganiseerd te worden. De opslag buiten bedrijfsgebouwen is enkel toegelaten onder de volgende voorwaarden:• De opslag mag in geen geval het esthetisch aspect van de

omgeving schaden. Het bedrijf dient daartoe preventief de passende maatregelen te nemen.

• De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de omgeving.• De opslag mag niet gebeuren aan de zijdes die zichtbaar zijn vanaf

het openbaar domein.

4.6 Naamaanduidingen en logo’s dienen te worden aangebracht tegen de gevel van het gebouw en niet boven op het gebouw.



5: zone voor openbare wegenis hoofdcategorie afhankelijk van aanpalende bestemmingzone

5.1 De zone is bestemd voor openbare wegenis.

In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van de openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.

Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, de geluidswerende constructies, voetgangers- of fi etsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, muurtjes, kunstwerken, straatmeubilair.

6: aslijn voor erftoegangsweg (overdruk - indicatief)

6.1 De aslijn geeft symbolisch aan waar een openbare lokale erftoegangsweg moet worden aangelegd.

6.2 Het op het verordenend plan beginpunt wordt verordend vastgelegd, het aangeduide tracé is indicatief.

De exacte ligging, dimensionering en inrichting van de weg moeten bepaald worden bij de vergunningsaanvraag.

7: fi ets- en wandelverbinding (overdruk - indicatief)

7.1 De aslijn geeft symbolisch aan waar een verbinding voor voetgangers en fi etsers moet worden aangelegd. Het begin- en eindpunt van deze verbinding liggen vast; de exacte ligging van het tracé is vrij te bepalen.

7.2 De verbinding is steeds openbaar toegankelijk.



8: groene bufferstrook (overdruk - indicatief)

8.1 Het symbool duidt aan waar een groene bufferstrook moet behouden en/of gerealiseerd worden om de site van het bedrijf landschappelijk in te passen en visueel af te schermen t.o.v. de woonomgeving.

8.2 De groene bufferstrook moet op een kwaliteitsvolle wijze worden beplant met hoog- en laagstammige groenelementen. Het aanleggen van groentaluds is ook toegelaten.

8.3 De eigenaar van het bedrijf staat in voor de aanleg, het beheer en onderhoud van de groene bufferstrook.

9: garageweg en fi ets- en wandelverbinding (overdruk - indicatief)

9.1 De aslijn geeft symbolisch aan waar een verbinding moet worden aangelegd die als garageweg en als fi ets- en wandelverbinding kan fungeren. Het begin- en eindpunt van deze verbinding liggen vast; de exacte ligging van het tracé is vrij te bepalen.

9.2 De garageweg dient enkel ter ontsluiting van parkeervoorzieningen bij aanpalende woonpercelen en mag niet gebruikt worden voor doorgaand gemotoriseerd verkeer.


12: op te heffen verkavelingen(overdruk)

12.1 De in overdruk aangeduide verkavelingsvergunning en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften worden opgeheven.


10: bouwkundig erfgoed(overdruk)

10.1 Bestaande waardevolle gebouwen, constructies en inrichtingen worden met dit symbool aangeduid op het verordenend grafi sch plan.

Bij elk erfgoedelement dient nog te worden afgewogen welke elementen van het gebouw, constructie of de inrichting waardevol zijn en behouden moeten worden.

10.2 Bij vergunningsaanvragen dient rekening te worden gehouden met de erfgoedwaarde en het straatbeeld. Behoud van de waardevolle panden wordt nagestreefd.

Behoud mag een kwaliteitsvolle herinrichting en hergebruik niet in de weg staan. Functies, die mogelijk zijn binnen de onderliggende zone, moeten ingepast kunnen worden in het bouwkundig erfgoed, weliswaar met respect voor de erfgoedwaarden.

11: beschermd monument(overdruk)

11.1 Het symbool duidt een beschermde constructie aan. De erfgoedwaarde, het karakter en de verschijningsvorm van deze beschermde constructie moeten integraal worden behouden.

Het betreft het volgende beschermd monument: • De Sint AmanduskerkDe bestaande regelgeving rond Monumenten, Stads- en Dorpsgezichten, Landschappen, Archeologie en Varend Erfgoed dient gevolgd te worden.


41

3

6

2 5

onteigeningsplan

schaal:

0 50 100 Meters

1:2.500

Legende

plangebied

STAD KORTRIJKRUP 14.1 Bellegem-centrum

volgnr.Kadasternr.

/Sectie Eigenaar Aardkadastrale opp. (m²)

Te onteigenen opp. (m²)

C

1 596 Z Domein Van De Kerkfabriek Van De Parochie Sint-Amandus BOUWLAND 2.259 volledig

2 611 K Vennootschap/interimmok BOUWGROND 1.027 volledig

3 594 B Folens, Jozefina Celina BOUWLAND 1.780 volledig

Pollet, Michel Elie # En Rechthebbenden #

Vindevogel, Dries Joris

Vindevogel, Nele Ann

4 593 E Vennootschap/interimmok HUIS 5.092 volledig

5 594 T 2 Truyaert, Andre Cyriel & Balduck, Rita Maria 120444 HUIS 870 526

6 594 V Vande Vyvere, Cecilia Ivona BOUWLAND 1.363 volledig

Vanderghinste, Danielle Louise

Vanderghinste, Omer Jean

Kadastrale gegevens: stad Kortrijk - deelgemeente Bellegem - afdeling 11Sectie C


12.2. Het algemeen nut en noodzaak

Het algemeen nut en de noodzaak worden hierna verder inhoudelijk onderbouwd vanuit volgende elementen:• het werkveld van het OCMW Kortrijk• de ruimtebehoefte voor ouderenzorg• de locatie-keuze• de onteigeningsnoodzaak.

1 2 . O n t e i g e n i n g s p l a n

12.1. Inleiding

Het voorliggend onteigeningsplan kadert in het gemeentelijk RUP Kortrijk ‘Bellegem-Centrum’ en steunt op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met name het artikel 2.4.3. §1 :“ Elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de verwezenlijking van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, kan door onteigening ten algemenen nutte tot stand worden gebracht.”

Bovendien wordt er beroep gedaan op de wet van 26 juli 1962, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening te algemenen nutte.

Dit onteigeningsplan wordt opgemaakt ter verwezenlijking van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Er wordt verwezen naar de stedenbouwkundige voorschriften van de desbetreffende zone.

Voor de te onteigenen percelen wordt het OCMW Kortrijk aangeduid als de onteigenende instantie.

Het OCMW Kortrijk wil binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen een nieuw woonzorgcentrum realiseren vanwege zijn maatschappelijke taak om kwalitatieve en betaalbare ouderenzorg uit te bouwen.


we enkel aanbieden dankzij onze professionele medewerkers. Ze vormen hierin onze belangrijkste troef. We doen ook een beroep op vrijwilligers, en werken samen met partners en verenigingen die naast en samen met ons actief zijn op het werkveld.De relatie met onze klanten is gebaseerd op wederzijds respect, en is er één van wederzijdse rechten en plichten. We streven ernaar om op een duidelijke manier te communiceren en samen te werken met de hulpvrager, zonder onderscheid op basis van religie, overtuiging, nationaliteit, herkomst, geslacht of huidskleur.”

Deze Algemene Visie van het OCMW Kortrijk, uit het beleidsplan 2007-2012” schets het werkveld van het OCMW. In het “strategisch plan woonzorg” wordt volgende ambitie rond ouderenzorg geformuleerd:“Het OCMW wil in Kortrijk alle ouderen ondersteunen om in de beste omstandigheden ouder te worden en welzijn te beleven tot op hoge leeftijd. Voor de ouderen die geconfronteerd worden met zorgnoden of ook andere welzijnsbehoeften defi niëren, wil het OCMW Kortrijk de nodige activiteiten, hulp- en dienstverlening en zorgverstrekking ontwikkelen en aanbieden op maat, volgens de nood en in de tijd.”

12.2.1. Werkveld van het OCMW Kortrijk

Er wordt voorgesteld om een onteigeningsbevoegdheid te verschaffen aan het OCMW Kortrijk, vanwege zijn maatschappelijke taak om kwalitatieve en betaalbare ouderenzorg uit te bouwen. Door de groeiende groep ouderen in de samenleving dreigt in Kortrijk een tekort aan zorgplaatsen voor deze bewoners te ontstaan. Het Kortrijkse OCMW heeft als maatschappelijke taak op zijn minst een deel van deze nood te lenigen. Belangrijk hierbij is te vermelden dat het OCMW als doel heeft om deze diensten ook bereikbaar de maken voor de minder bedeelden en zwakkeren uit de doelgroep.

“Als lokaal openbaar bestuur organiseert het Kortrijkse OCMW hulp-, diensten zorgverlening voor iedereen die in Kortrijk woont, met bijzondere aandacht voor mensen met minder welzijnskansen en senioren, dit alles binnen zijn wettelijk kader.Onze hulp-, diensten zorgverlening:• wil iedereen in de mogelijkheid stellen een leven

te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid;

• heeft brede deelname aan en integratie in onze samenleving als doel.

Daarvoor ontwikkelen we een kwaliteitsvol aanbod op maat van de Kortrijkse inwoners, en op maat van de hulpvrager.We proberen altijd zo snel mogelijk een antwoord te geven op structurele welzijnsproblemen, of proberen ze liefst nog vóór te zijn.We schrikken er immers niet voor terug om voortrekker te zijn bij nieuwe initiatieven.Daarom houden we permanent onze vinger aan de maatschappelijke pols en investeren we in studie, onderzoek en analyse.Onze hulp-, diensten zorgverlening kunnen


12.2.2. Ruimtebehoefte ouderenzorg

In VlaanderenIn “Myncke R. & Vandekerckove B. (2007), Toekomstige ruimtebehoefte voor ouderen in Vlaanderen, Eindrapport. Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Woonbeleid, Brussel, 188 p.” wordt volgende conclusie getrokken: “Vlaanderen zal tussen 2007 en 2020 geconfronteerd worden met een sterke vergrijzing. Deze vergrijzing heeft een grote ruimtelijke impact door zowel een bijkomende vraag naar meer aangepaste woonvoorzieningen als een bijkomende vraag naar meer (zorg)voorzieningen.”

0-19 jarigen 60-79 jarigen

80+ jarigen Totaal %60+ Kortrijk

%60+ West-Vlaanderen

%60+ Vlaanderen

2005 16.014 14.815 3.898 73.680 25% 25.7% 23%2010 15.019 15.014 4.585 72.282 27.1% 26.8% 24%2015 14.069 15.292 5.079 71.096 28% 29% 26.8%2020 13.701 16.152 5.392 69.934 30.8% 31% 28.9%2025 13.580 17.523 5.354 68.691 33.3% 33.5% 31.1%

Tabel 1: prognose vergrijzing Kortrijk in verhouding tot Vlaams Gewest en West-Vlaanderen

Bron: Zorgstrategisch plan 2009-2013

In KortrijkOok de stad Kortrijk zal geconfronteerd worden met een sterke stijging van de zorgvraag voor ouderen.Bovenstaande tabel uit het “strategisch plan woonzorg 2009-2013” van de stad Kortrijk toont de evolutie van de vergrijzing voor de stad Kortrijk aan. “Uit deze prognoses blijkt een duidelijke tendens en versterking van de vergrijzing in Kortrijk, van geheel West-Vlaanderen, in verhouding tot het Vlaamse Gewest!”


Berekening schaal en omvang woonzorgcentrum

Uit studies van het OCMW Kortrijk is gebleken dat er in het zuiden (buitengebied) van Kortrijk een behoefte is aan bijkomende woonzorgbedden in een woonzorgcentrum. Momenteel zijn er slechts 46 éénheden erkend in Aalbeke. De programmacijfers 2020 tonen aan dat er 149 éénheden nodig zijn voor de zuidelijke rand (KRAB = de 4 dorpen Kooigem, Rollegem, Aalbeke, Bellegem). De behoefte is dus veel groter dan het aanbod.

De cijfers van de zorgbehoeften zijn gebaseerd op modellen van de Vlaamse Overheid. De cijfers werden per deelgemeente afzonderlijk berekend, op basis van bevolkingsprognoses en zorgstatistieken. Hieruit is duidelijk dat de behoefte in Aalbeke ongeveer gedekt is.

De behoefte in Bellegem-Kooigem-Rollegem bedraagt 99 bedden tegen 2020. De niet gedekte behoefte wordt momenteel verzekerd in Kortrijk centrum. Het zorgstrategisch plan voor een woonzorgcentrum van 96 bedden en 24 assistentiewoningen werd ingediend en ontvankelijk verklaard door de gemeenteraad van Kortrijk op 19 november 2013. Rendabiliteit voor exploitatie noopt om een woonzorgcentrum van minstens 90 bedden te bouwen. Er is geopteerd voor 96 bedden omwille van 3 wooneenheden van 32 personen.

In voorgenoemd rapport “Toekomstige ruimtebehoefte voor ouderen in Vlaanderen” wordt ook volgende beleidsaanbeveling geformuleerd:“Aandacht voor de kwaliteit van de woonomgeving: Ouderen zijn in belangrijke mate aangewezen op de eigen woonbuurt. Het is belangrijk dat deze buurt toegankelijk is voor ouderen, voldoende uitgerust met diensten en voorzieningen en bereikbaar met het openbaar vervoer. De woonomgeving is voor ouderen de garantie dat ze ingeschakeld blijven in het maatschappelijk leven.”

Een spreiding van het woonzorgaanbod binnen Kortrijk is dus aangewezen, om er voor te zorgen dat zorgbehoevende ouderen kunnen worden opgevangen in de omgeving van hun woonplaats (in het WZC) of ondersteuning kunnen krijgen (in het Lokaal Dienstencentrum). Zoals gezegd is het de maatschappelijke taak van het OCMW Kortrijk om te voorzien in kwalitatieve en betaalbare ouderenzorg.

Kooigem Rollegem Aalbeke Bellegem TOT. KRAB2013 9,37 31,40 46,93 50,83 138,532015 9,60 32,16 48,07 52,60 141,882020 10,08 33,78 50,50 54,69 149,052025 10,67 35,77 53,47 57,91 157,82

TABEL: Verdeling programmatie KRAB - behoefte van woonzorgbedden in zuidelijke buitengebied Kortrijk


12.2.3. Locatie-keuze

In de toelichtingsnota van het RUP werd de argumentatie van de schaal, de omvang en de locatie van het woonzorgcentrum al onderbouwd.

Buitengebied versus stedelijk gebied

Het is van belang dat het zorgaanbod voldoende groot is, net zoals het belangrijk is dat het aanbod correct verdeeld wordt over het grondgebied van de stad Kortrijk.

Eén belangrijk aspect hiervan is de verhouding tussen het aanbod in het stedelijk gebied (Kortrijk en delen van Heule, Marke en Bissegem) vs. het aanbod in het buitengebied (Kooigem, Rollegem, Aalbeke en Bellegem).Op basis van het huidige aantal inwoners en de prognoses moet die verhouding (zie tabel vorige pagina) ca. 85/15 zijn. Die verhouding is vandaag 97/3, wat wil zeggen dat vanuit dit perspectief de keuze van het OCMW om het aanbod in het buitengebied op te drijven, de juiste is. Na de verschuiving en uitbreiding i.f.v. de site in Bellegem wordt de ratio 89/11.

Zoals uit de programmatietabel blijkt, komt het voorstel voor het nieuwe woonzorgcentrum in Bellegem enkel tegemoet aan zorgbehoeften uit het buitengebied van Kortrijk. De verhouding tussen het aanbod in stedelijk gebied en het buitengebied wordt genormaliseerd.

Hierna wordt aangegeven op welke wijze de locatiekeuze tussen de geselecteerde kernen van het buitengebied werd gemaakt: in Aalbeke, Bellegem of Rollegem.

Een woonzorgcentrum van 96 bedden blijft op de schaal van de behoeften van het buitengebied en mag in de kern van Bellegem worden opgevangen, zodat ook de woonzorgbehoeften van de twee nabijgelegen dorpen Kooigem en Rollegem kunnen opgevangen worden. Dit is conform de rol en taakstelling, die Bellegem in het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen heeft gekregen.

De te onteigenen zone is qua oppervlakte noodzakelijk om het woonzorgcentrum te bouwen.


Bellegem ligt het meest centraal tussen Rollegem en Kooigem, de twee andere kernen met een nood aan zorgaanbod. Bellegem beschikt ook over een goede openbaar vervoersverbinding met zowel de twee andere kernen als het centrum van Kortrijk.

Bovendien is, volgens de toekomstige vraag aan zorgbedden, Bellegem de grootste zorgvrager. Met een te verwachten 55 op 99 bedden, neemt de toekomstige vraag in Bellegem meer dan de helft van het nieuwe aanbod van 96 bedden in. Bovendien zijn er, buiten 8 ouderenwoningen, geen voorzieningen aanwezig in Bellegem.

Bellegem telt circa 4.000 inwoners en is t.o.v. Rollegem en Kooigem de grootste deelgemeente in dit gebied, daarom wordt geopteerd om het woonzorgcentrum in Bellegem in te planten. Het woonzorgcentrum zal ook worden gebruikt door de nabijgelegen dorpen Rollegem (2700 inwoners en een zorgvraag van 34 bedden in 2020) en Kooigem (700 inwoners en een zorgvraag van 10 bedden in 2020).

Afweging welke kern in het buitengebied

De bestaande woonzorgsite in Aalbeke “De Weister” herbergt momenteel 46 bedden. De piste voor uitbreiding van de site Aalbeke werd overwogen maar niet weerhouden om volgende redenen: • Er werd bij de bouw van de Weister gekozen voor

een kleinschalig genormaliseerd woonzorgproject. Er is geen verdere behoefte aan woonzorgbedden in Aalbeke zelf, maar wel in Bellegem, Rollegem en Kooigem.

• Het bestaande gebouw is niet uitbreidbaar en op het huidige terrein is er geen uitbreidingsmogelijkheid.

• De enige aansluitende uitbreidmogelijkheid is de aankoop van het terrein van de oude burgemeestershoeve van ongeveer 5.581 m² groot. Bij een koppeling van de huidige ontwikkeling ( De Weister 46 woongelegenheden ) met een te realiseren WZC van 96 woongelegenheden kunnen de 24 assistentiewoningen gerealiseerd worden als deel van de aanpalende woonverkaveling, langs de reeds aangelegd insteekweg vanuit de Kapelhoekstraat naar het WZC De Weister.

• De architecturale en functionele connectie tussen het kleinschalig genormaliseerd wonen van De Weister en het eerder grootschalig nieuw WZC zal echter moeilijk realiseerbaar zijn.


Er werd uiteindelijk geopteerd voor de Bellegemkerkdreef (C) omwille van de goede ligging centraal in het dorp en om de relatie met de dorpskern en de werking te versterken. Dit kan door de nabijheid van het OC, de voorzieningen rond Bellegemplaats en de school.

Conclusie afweging locatie-keuze:Het programma van het nieuwe woonzorgcentrum werd bepaald op basis van de vooropgestelde prognoses van de Vlaamse overheid, die een totale bijkomende woonzorgbehoefte van een 99-tal bedden voorziet voor de kernen Bellegem, Rollegem en Kooigem. Er wordt voor Bellegem gekozen omdat het de grootste kern is, in combinatie met zijn centrale ligging. Binnen Bellegem wordt gekozen voor de site aan de Bellegemkerkdreef vanwege zijn centrale ligging en de mogelijkheid om het WZC te linken aan bestaande gemeenschapsvoorzieningen.

Afweging lokatie in Bellegem

In overleg met Leiedal en Stad Kortrijk werden binnen Bellegem verschillende pistes bekeken, onder meer (A) de site Viron Walleweg, (B) de site ‘Den Bouw’ en (C) de locatie Bellegemkerkdreef.

Een effi ciënt en sterk uitgebouwd zorgaanbod veronderstelt een zekere schaalgrootte. Daar staat tegenover dat elke omgeving grenzen heeft qua ruimtelijke draagkracht en leefbaarheid. Daarom werden de sites goed afgewogen.

De piste van site Viron Walleweg (A) werd grondig onderzocht, maar een optimale inplanting is zeer moeilijk te vinden door eisen van Erfgoed voor behoud van het woonhuis en de hoeve en eisen van Natuur en Bos voor behoud van bomen en het landschappelijk uitzicht. De site is grotendeels bestemd als parkgebied. Door de verplichting van het behoud van hoeve en kasteel, de moeilijke inplanting met een voorwaarde voor enkel ondergrondse parkeerplaatsen, het zeer grote terrein met een enorme onderhoudskost is deze piste niet realiseerbaar. Er zijn te veel kritische factoren die deze ontwikkeling zeer bezwaren zodat het zowel economisch niet haalbaar is en het zeer moeilijk of zelf onmogelijk zal zijn een goede architecturale en functionele inplanting te vinden rekening houdende met alle gestelde voorwaarden.

De Site ‘De Bouw’ (B) is gelegen tussen Bellegemsestraat en de Roodhuisweg, maar is te klein voor de vooropgestelde realisatie. De ligging is niet optimaal gezien dit ver is van het centrum. Voor een goede toegankelijkheid ontstaat er een ontsluiting van de verkaveling Roodhuisweg naar de Bellegemsestraat wat niet verantwoord is.


De twee projectontwikkelaars hebben in het verleden zelf pogingen ondernomen alle gronden in eigendom te krijgen en een project te realiseren maar dat is niet gelukt. Zij hebben niet alleen grond gekocht maar ook werk in dit dossier gestopt en wensen hiervoor vergoed te worden. Ze argumenteren dat ze naast het verlies van een ontwikkelingsmogelijkheid niet nog meer verlies in dit dossier willen lijden.

In het verleden heeft de particulier een bod van € 175 per m² gekregen voor zijn relatief klein stuk. Dit bod kwam van een van de projectontwikkelaars, duidelijk om het perceel te kunnen verwerven en verder te kunnen met het dossier. Maar deze prijs is hoog voor niet-uitgeruste bouwgrond. Het hele gebied kan niet aangekocht worden tegen deze prijs maar deze particulier heeft wel verwachtingen in die grootte-orde.

De brouwer verwijst naar bouwgrond die hij in Bellegem een drietal jaar geleden verkocht heeft voor € 250 per meter. Zoals geldt bij alle andere partijen zal het bij hem ook niet evident zijn.

De kerkfabriek is net zoals het OCMW als openbaar bestuur gebonden aan de schattingsprijs. Na een eerste bespreking in de kerkraad vermoeden wij dat er voor deze gronden minder problemen zullen zijn.

Het is dus geen evidentie om de verwachtingen van de eigenaars voor wat de prijs betreft op korte termijn te proberen gelijkschakelen met de richtprijzen van het aankoopcomité. Vandaar dat wij toch de noodzakelijkheid van de onteigeningsmacht, zij het als stok achter de deur, benadrukken.

12.2.4. Onteigeningsnoodzaak

Het OCMW Kortrijk trachtte reeds om de gronden binnen het plangebied aan te kopen. Deze onderhandelingen voor minnelijke verwerving(en) slepen nog steeds aan of zijn afgesprongen.

De onteigening van de desbetreffende gronden is bijgevolg noodzakelijk om tot de realisatie van het programma te kunnen komen.

Op basis van de volgende argumenten concluderen wij dat de onteigeningsmacht voor de desbetreffende gronden noodzakelijk zal zijn om tot de realisatie van het programma te kunnen komen.

Er zijn vijf verschillende eigenaars in het plangebied:• De kerkfabriek van de parochie Sint-Amandus,• Twee projectontwikkelaars,• Een particuliere persoon,• Handelaar/bedrijfsleider nabijgelegen brouwerij

met andere belangen in het centrum van Bellegem.


Het OCMW voorzag reeds een investeringsbudget van €21.000.000 in zijn meerjarenplanning voor de bouw van het WZC.

Het college van Burgemeester en Schepenen nam akte van het zorgstrategisch plan tijdens de zitting van maandag 30 september 2013 en stemt in met de plannen voor de bouw van het nieuwe WZC in Bellegem.

Het OCMW diende reeds eind 2013 een ontvankelijk zorgstrategisch plan in en zal tegen eind 2014 een technisch-fi nancieel plan indienen om zo subsidies voor de bouw van het WZC te kunnen verkrijgen via VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden).

Om een technisch-fi nancieel plan te kunnen indienen is een kopie van de notariële akte noodzakelijk. Uit deze notariële akte moet blijken:“dat de aanvrager minstens over een genotsrecht beschikt op het project waarvoor de aanvraag voor een investeringssubsidie wordt gedaan. Dit recht mag niet kunnen eindigen voordat de goederen boekhoudkundig zijn afgeschreven. Voor onroerende goederen moet de afschrijvingsduur van de investering minstens 20 jaar bedragen.

Bij een gebruiksovereenkomst of een terbeschikkingstellingsovereenkomst volstaat een kopie van het door alle partijen ondertekend onderhands contract.

OF

Als de aanvraag betrekking heeft op een aankoop met of zonder (enkel mogelijk voor een lokaal dienstencentrum) verbouwingen is een kopie van de verkoopbelofte of compromis met opschortende voorwaarden nodig.” (zie VIPA-website)

12.3. De hoogdringendheid

Omdat de nood aan zorgwoningen momenteel niet geledigd wordt en dit een dringend sociaal probleem is, wordt er beroep gedaan op de wet van 26 juli 1962, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening te algemenen nutte.

Zoals blijkt uit de tabellen eerder in deze nota, zal de zorgvraag tegen 2020 in het gebied Kooigem-Rollegem-Aalbeke-Bellegem (KRB) zijn toegenomen met 99 plaatsen.

Om tegen 2020 aan die vraag te voldoen, dient vandaag al actie ondernomen te worden. Rekening houdende met de te doorlopen procedurestappen en de projectfasen om het woonzorgcentrum tijdig operationeel te krijgen, kan er niet langer gewacht worden met de grondverwervingen en is de hoogdringendheid van de onteigening noodzakelijk.

De hoogdringendheid wordt drieledig onderbouwd:• het OCMW Kortrijk, gedreven door het

toekomstig tekort aan zorgplaatsen, heeft zowel intern als extern alle nodige stappen ondernomen om tot de bouw van het woonzorgcentrum, de assistentiewoningen en het Lokaal Dienstencentrum over te gaan. Grondeigenaar worden is daarvan een essentieel onderdeel. Uitstel of vertragingen zouden tot gevolg hebben dat de toenemende vraag tegen 2020 niet zal kunnen worden opgevangen.

• om VIPA-subsidies te krijgen dient tegen eind 2014 een technisch-fi nancieel plan ingediend te worden bij VIPA. Op dit moment dient het OCMW Kortrijk eigenaar te zijn van de terreinen.

• de te verkrijgen VIPA-subsidies leggen duidelijke deadlines en bouwverplichtingen op, waardoor de bouw van het WZC, de assistentiewoningen en het Lokaal Dienstencentrum gegarandeerd is.


De aanvraag tot subsidiebeslissing kan gebeuren voor elke projectfase afzonderlijk of voor bepaalde projectfasen samen. Om de een aanvraag tot subsidiebeslissing voor de eerste projectfase tijdig rond te krijgen, dienen al verschillende stappen in het bouwproces ondernomen te zijn: aanstellen architect, ontwerp van het gebouw, technische uitwerking, stabiliteit,… Nadat de initiatiefnemer de subsidiebeslissing heeft ontvangen, moet hij binnen 240 kalenderdagen een eerste opdracht van het project of van de betreffende projectfase toewijzen (gebaseerd op informatie van de VIPA-website).

Het is dus van uiterst belang dan het OCMW snel van start kan gaan met dit proces. De eigendomsverwerving is een eerste stap in dit proces.

De resolutie van het Vlaams Parlement van 19 juni 2013 betreffende de infrastructuursubsidiëring van woonzorgvoorzieningen “vraagt de Vlaamse Regering inzake infrastructuursubsidiëring, binnen de budgettaire mogelijkheden, de rechtszekerheid te garanderen van initiatiefnemers van woonzorgvoorzieningen met een al goedgekeurd zorgstrategisch plan én een uiterlijk eind 2014 ingediend technisch-fi nancieel plan of een al goedgekeurd technisch-fi nancieel plan”

Zoals dus blijkt uit de memorie en de Vlaamse resolutie zijn zowel de intentie als de fi nanciële middelen aanwezig voor de bouw van het WZC, de 24 assistentiewoningen en het Lokaal Dienstencentrum. Bovendien is het OCMW al ver gevorderd in de voorbereidingen tot het organiseren van het bouwproces.

Binnen de twee jaar na de subsidiebelofte, dient de aanvraag tot subsidiebeslissing te volgen. Hierbij gaat het om de verdeling van de subsidiebelofte over de projectfasen. Er zijn maximaal vier projectfasen waarvoor de subsidiebeslissing kan worden aangevraagd:• projectfase 1: ruwbouw (funderingen, ruwbouw,

buitenschrijnwerk, dakwerken, ...);• projectfase 2: technische uitrusting (elektriciteit,

sanitair, centrale verwarming, lift, ...);• projectfase 3: afwerking (vloeren, schilderwerk,

binnenschrijnwerk, ...);• projectfase 4: uitrusting en meubilering

(medische uitrusting, meubels, ...) .


• Goedkeuring bouwprogramma, conceptnota en programma van eisen voor projectfase Bellegem

• Goedkeuring bouwprogramma, conceptnota en programma van eisen voor projectfase St Jozef

• Onderhandelingen voor aankoop gronden Bellegem, bij de diverse eigenaars.

Maart 2014• RAAD• goedkeuring lastvoorwaarden en bepaling

wijze van gunnen voor dienstenopdracht ontwerper projectfase Bellegem

• goedkeuring lastvoorwaarden en bepaling wijze van gunnen voor dienstenopdracht ontwerper projectfase St Jozef

• goedkeuring lastvoorwaarden en bepaling wijze van gunnen voor dienstenopdracht veiligheidscoördinator projectfase Bellegem

• goedkeuring lastvoorwaarden en bepaling wijze van gunnen voor dienstenopdracht veiligheidscoördinator projectfase St Jozef

Juni/Juli 2014• RAAD• Voorleggen voorstellen tot aankoop van de

diverse percelen gronden Bellegem.• gunning dienstenopdracht ontwerper

projectfase Bellegem• gunning dienstenopdracht ontwerper

projectfase St Jozef• gunning dienstenopdracht

veiligheidscoördinator projectfase Bellegem• gunning dienstenopdracht

veiligheidscoördinator projectfase St Jozef

Hoogdringendheid kan nog meer onderbouwd worden met een timingstabel (grondverwerving, subsidieaanvraag, bouwaanvraag, bouwproces, andere operationele stappen):

• 2013:Oktober: goedkeuring van het zorgstrategisch plan door de raad van het OCMW met de ontwikkeling van site Bellegem als eerste fase. Onmiddellijk gevolgd door de indiening van dit plan bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.November: Zorgstrategisch plan ven het OCMW Kortrijk werd ontvankelijk verklaard door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en wordt op 18/02/2014 behandeld in de commissie.10 December: Omzendbrief van Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in verband met vaststellen van de eindtermijn voor het indienen van een fi nancieel technisch plan voor zorgcentra.19 December: Raad van het OCMW keurt planning goed voor de opmaak van Financieel Technisch plan voor de realisatie van woonzorgcentra volgens het ontvankelijk verklaard zorgstrategisch plan en volgens de planning opgelegd door de omzendbrief.

• 2014:Januari 2014• RAAD• Gunning dienstenopdracht begeleider voor

TFP• Gunning landmeter voor opmeting terrein• Goedkeuring samenwerking met sociale

bouwmaatschappij voor realisatie van de assistentiewoningen voor projectfase Bellegem OF / beslissing eigen realisatie assistentiewoningen.


Het OCMW van Kortrijk heeft eind oktober 2013 een zorgstrategisch plan ingediend dat begin november als ontvankelijk werd verklaard. Dit zorgstrategisch plan omvat twee projecten, waarvan één met een woonzorgcentrum van 96 woongelegenheden en een groep van assistentiewoningen van 24 woongelegenheden die in de deelgemeente Bellegem zullen gerealiseerd worden en een tweede project met een woonzorgcentrum van 129 woongelegenheden, een centrum voor kortverblijf van 3 woongelegenheden, een dagverzorgingscentrum en een dienstencentrum die allemaal op de huidige site van rusthuis Sint Jozef in Kortrijk centrum gepland zijn.Samenvallend met de ontvankelijkheidsverklaring van ons zorgstrategisch plan werden door de Vlaamse overheid een aantal beslissingen genomen die een impact hebben op onze timing. Letterlijk betekent dit dat wij nog tot eind november 2014 de tijd hebben om een volledig afgewerkt technisch fi nancieel plan in te dienen.

September/oktober 2014• Afronden fi nancieel plan• Aanvraag stedenbouwkundig attest• Aanvraag advies brandweerdienst• Uitvoering bodemonderzoek • Afwerken en afronden TFP om ter

goedkeuring voor te leggen in de Raad van het OCMW van november, overleg en werkvergaderingen met begeleider VIPA,

November 2014• RAAD• Voorleggen van de beide TFP’s ter

goedkeuring aan Raad van OCMW en College van burgemeester en schepenen.

• Goedkeuring integratie kunstwerk.• Bij goedkeuring indienen van het Technisch

Financieel plan

• 2015, ….:• Bij ontvankelijk verklaring van het FTP.• Opmaak van het defi nitief ontwerp ter

voorbereiding van de goedkeuring van de subsidiebelofte.

• Afhankelijk van de timing van deze goedkeuring, indiening van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.

• Na ontvangst van de subsidiebelofte en de stedenbouwkundige vergunning Prijsvragen en gunning volgens de wet op de overheidsopdrachten.

• Na gunning start der werken.


Het OCMW van Kortrijk wil daardoor vanaf januari 2014 starten met de uitwerking van een technisch fi nancieel plan met als doel een principieel akkoord aan te vragen voor de subsidiëring van beide projecten.Dit technisch fi nancieel plan moet ten laatste tegen 30 november 2014 ingediend kunnen worden bij VIPA en beantwoorden aan alle wettelijke bepalingen van een VIPA-dossier. Dit betekent concreet: • de afl evering van een dossier dat de alle

verplichte onderdelen bevat die door VIPA gevraagd worden inclusief het voorontwerp van de verschillende subsidiabele te realiseren gebouwen die in de hoger vernoemde projecten opgenomen zijn.

• het OCMW moet eigenaar zijn van de gronden waarop de zorginstelling zal gerealiseerd worden. Dit dient aangetoond te worden met notariële acten.

• de strikte opvolging van alle richtlijnen van de Vipa –teamverantwoordelijke en van de technisch adviseur van het Vipa-team.

Wij citeren uit de beslissing (zie bijlage) :“ VIPA-subsidiëring voor woonzorgcentra wordt al langer in vraag gesteld. Er werd door de Vlaamse Overheid een vergelijkende studie tussen bouwkost en dagprijs besteld, er werden hoorzittingen georganiseerd in de commissie welzijn… Uiteindelijk resulteerde dit in een VIPA -resolutie die in juni werd aangenomen door het parlement. Hiermee is er defi nitief een kruis gezet over de infrastructuursubsidie, zoals we die vandaag kennen, voor de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra. Indien u beschikt over een ontvankelijk zorgstrategisch plan in 2013, dan heeft u tijd tot eind 2014 om ook het fi nancieel-technisch plan in orde te maken. Indien u het zorgstrategisch plan niet meer rond krijgt in 2013, dan zal u niet meer in aanmerking kunnen komen voor een VIPA-subsidiëring. In de toekomst zou er wel een nieuw generiek fi nancieringsmodel voor woonzorgvoorzieningen ontwikkeld worden. Indien wel ontvankelijk zorgstrategisch plan, dan is er tijd tot eind oktober 2014 om uw technisch fi nancieel plan in te dienen en een ontvankelijkheidsverklaring af te wachten.

www.leiedal.beintergemeentelijke samenwerkingprojectontwikkelingstreekontwikkeling

bedrijventerreinen

stedenbouw

milieu

informatie- en communicatietechnologie

mobiliteit

herbestemmingsprojecten

stad kortrijk · 2018. 2. 6. · leiedal, april 2014 stad kortrijk, rup ‘bellegem centrum’ 9...

Documents